AMSTERDAM, 12 december 2025 – De spanningen in de Amerikaanse politiek zijn opnieuw opgelopen na uitspraken van Donald Trump over Somalische immigranten. Tijdens een kabinetsvergadering op 3 december kondigde Trump aan dat hij alle Somalische immigranten zou willen deporteren. Daarbij gebruikte hij volgens meerdere bronnen een denigrerende en haatdragende toon en noemde hij Somaliërs zelfs “uitschot”. De opmerkingen zorgden voor woede en verontwaardiging, met name bij Democratisch congreslid Ilhan Omar uit Minnesota, zelf van Somalische afkomst.
Ilhan Omar reageerde niet via sociale media, maar koos voor een uitgebreid opiniestuk in The New York Times. Daarin richt zij zich rechtstreeks tot de president en het Amerikaanse publiek. Haar bijdrage is zowel persoonlijk als politiek van aard en plaatst de uitspraken van Trump in een bredere context van aanvallen op minderheden en immigranten.
“Hij noemde mij en mijn vrienden uitschot”
Ilhan Omar opent haar artikel met een directe en scherpe constatering: “Dinsdag noemde president Trump mij en mijn vrienden ‘uitschot’.” Volgens Omar is deze uitspraak geen incident, maar onderdeel van een patroon. Ze wijst op eerdere berichten van Trump op Truth Social waarin hij de Somalische gemeenschap en haar persoonlijk demoniseert en complottheorieën verspreidt.
De congresvrouw herinnert aan momenten waarop Trump tijdens bijeenkomsten het publiek aanmoedigde om “Stuur haar terug!” te scanderen. Dat gebeurde ondanks het feit dat Omar volledig legaal in de Verenigde Staten woont en Amerikaans staatsburger is. Ze benadrukt dat dergelijke uitspraken niet alleen haar treffen, maar een hele gemeenschap wegzetten als ongewenst.
Vluchteling, burger en volksvertegenwoordiger
In haar bijdrage schetst Omar haar persoonlijke geschiedenis. Ze werd geboren in Somalië, maar moest als kind met haar familie vluchten voor de burgeroorlog. Een deel van haar jeugd bracht zij door in een vluchtelingenkamp in Kenia. In 1995 arriveerde zij met haar vader en familie als vluchteling in de Verenigde Staten, waar zij zich uiteindelijk vestigden in Minneapolis, Minnesota. Ilhan Omar was toen nog een tiener.
Die achtergrond maakt haar verhaal volgens haar juist typisch Amerikaans. Ze groeide op, volgde onderwijs, werd actief in de politiek en werd uiteindelijk gekozen tot lid van het Huis van Afgevaardigden. Toch blijft Trump haar volgens Omar behandelen als een buitenstaander, iemand zonder recht om in de Verenigde Staten te wonen of zich uit te spreken.
Patriottisme en bijdrage van Somaliërs
Een belangrijk punt in het artikel van Ilhan Omar is haar nadruk op patriottisme. Ze verzet zich tegen het beeld dat Somaliërs of andere immigranten niet loyaal zouden zijn aan de Verenigde Staten. “We houden van dit land,” schrijft ze. Ze wijst erop dat Somalische Amerikanen werken als artsen, leraren, politieagenten en gekozen volksvertegenwoordigers en actief bijdragen aan de samenleving.
Volgens Omar is meer dan 90 procent van de Somaliërs in Minnesota Amerikaans staatsburger, door geboorte of naturalisatie. Daarmee onderbouwt ze haar stelling dat Trumps woorden niet alleen kwetsend zijn, maar ook feitelijk onjuist en misleidend.
Gevaar van dehumanisering
Ilhan Omar spreekt in haar artikel van “haatdragende retoriek” en “dehumanisering”. Ze waarschuwt voor het gevaar dat ontstaat wanneer de president van de Verenigde Staten een etnische groep als “uitschot” bestempelt. Als het hoogste ambt in het land zulke taal gebruikt, vraagt ze zich af hoe van burgers nog respectvol gedrag kan worden verwacht.
Volgens Omar legitimeren dit soort uitspraken discriminatie en vijandigheid. Ze ziet het als een glijdende schaal waarbij woorden uiteindelijk kunnen leiden tot daden, variërend van uitsluiting tot geweld tegen minderheden.
Afleiding van falend beleid
Daarnaast legt Omar een direct verband tussen Trumps retoriek en zijn politieke prestaties. Ze stelt dat de president zijn beloften over economische verbetering niet waarmaakt. De prijzen blijven stijgen en veel Amerikanen merken weinig van beloofde welvaart. In plaats van oplossingen te bieden, zou Trump volgens haar teruggrijpen op xenofobie om de aandacht af te leiden.
“De president weet dat hij faalt en daarom grijpt hij naar wat hij het beste kan: proberen de aandacht af te leiden door intolerantie te bevorderen,” schrijft Omar. Daarmee plaatst ze de uitspraken over Somaliërs in een strategisch politiek kader.
“We zijn niet bang”
Het artikel in The New York Times eindigt met een duidelijke boodschap van vastberadenheid. Ilhan Omar stelt dat zij en anderen die zich uitspreken tegen haat zich niet laten intimideren. “We zullen niet toestaan dat meneer Trump ons intimideert of verzwakt. We zijn niet bang,” zegt ze.
Opvallend is dat de uitspraken van Trump relatief weinig aandacht kregen in de media. Volgens sommige waarnemers werden ze overschaduwd door andere internationale en geopolitieke kwesties, zoals mogelijke oorlogsmisdaden in het Caribisch gebied, onderhandelingen over Oekraïne en spanningen in Latijns-Amerika. Toch blijft de kern volgens Omar onveranderd: het openlijk beledigen van een minderheid door een president zou altijd tot ernstige zorgen moeten leiden.