Onderzoek: Nederland: een financieel keurige leerling met kanttekeningen

euro and lei banknotes with calculator on desk
Photo by Jakub Zerdzicki on Pexels.com

Nederland staat internationaal bekend als een land met solide overheidsfinanciën. De Nederlandse staatsschuld bedraagt in 2025 volgens de laatste ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) ongeveer 48 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat is ruim onder de Europese norm van 60 procent die het Stabiliteits- en Groeipact voorschrijft. Ter vergelijking: Duitsland zit rond de 62 procent, Frankrijk boven de 110 procent en Italië zelfs boven de 135 procent.

Toch waarschuwen economen dat dit keurige percentage niet het hele verhaal vertelt. Want hoewel de schuldquote laag lijkt, nemen de structurele uitgaven — zoals zorg, pensioenen en klimaatmaatregelen — gestaag toe. Dat zet de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn onder druk.

De staatsschuld in perspectief

De Nederlandse schuldpositie is historisch gezien gunstig. Tijdens de coronacrisis liep de schuld tijdelijk op tot 56 procent van het bbp, maar door sterke economische groei en inflatie is dat weer gedaald. De overheid profiteert bovendien van een relatief lage rente, al is de periode van gratis lenen voorbij.

De rente op Nederlandse tienjaarsstaatsleningen schommelt momenteel rond de 2,5 procent — aanzienlijk hoger dan in de periode 2015–2021, toen de rente vaak negatief was. Dat betekent dat de rentelasten de komende jaren zullen stijgen, zeker nu de overheid fors investeert in defensie, infrastructuur en duurzaamheid.

Volgens de Studiegroep Begrotingsruimte is de staatsschuld nog houdbaar zolang de economische groei op peil blijft en de overheid de structurele tekorten onder controle houdt. Maar als de rente verder stijgt of de groei afneemt, kan de schuldquote snel oplopen.

Europa: de kloof tussen Noord en Zuid

Binnen de Europese Unie behoort Nederland tot de financieel sterkste landen. Alleen landen als Zweden, Denemarken en Luxemburg doen het beter. Zuid-Europese landen daarentegen kampen met torenhoge schulden en beperkte begrotingsruimte.

De Europese Commissie kijkt daarom met argusogen naar het begrotingsbeleid van lidstaten. Vanaf 2025 geldt een herzien Stabiliteits- en Groeipact, dat landen meer flexibiliteit biedt zolang hun schuld op een “geloofwaardig pad” richting daling blijft. Nederland heeft dankzij zijn gezonde positie extra speelruimte, maar dat roept ook politieke vragen op: moet Nederland blijven vasthouden aan begrotingsdiscipline, of juist investeren in groei en innovatie?

Economische fundamenten: solide, maar niet onkwetsbaar

De Nederlandse economie draait ondanks internationale onzekerheden nog steeds goed. De werkloosheid blijft laag (rond 3,5 procent) en de bbp-groei wordt in 2025 geschat op 1,3 procent. Toch kampt Nederland met structurele problemen:

  • een krappe arbeidsmarkt,
  • lage productiviteitsgroei,
  • en een hoge woningnood die de mobiliteit en bestedingen remt.

Daarnaast zijn er risico’s op langere termijn, zoals vergrijzing en klimaattransitie. Beide vragen structureel meer overheidsuitgaven, waardoor toekomstige generaties mogelijk met hogere lasten worden geconfronteerd.

De houdbaarheid in cijfers

Volgens het CPB is de “houdbaarheidssaldo” — de indicator die aangeeft of de huidige begrotingskoers op lange termijn vol te houden is — licht negatief. Dat betekent dat zonder beleidscorrecties de schuld op termijn zal oplopen. Een vergrijzende bevolking betekent immers hogere zorg- en pensioenuitgaven, terwijl de beroepsbevolking krimpt.

Economen pleiten daarom voor een duurzamere begrotingsstrategie: investeren in innovatie, onderwijs en energietransitie, in plaats van kortetermijncompensatiepolitiek. Structurele investeringen verhogen het groeipotentieel en maken de schuld op lange termijn juist beter houdbaar.

Politieke keuzes: zuinig of vooruitkijkend?

De komende jaren draait het begrotingsdebat niet alleen om cijfers, maar om keuzes. Moet Nederland zijn lage schuld gebruiken als buffer voor crises, of juist als motor voor investeringen?

De OESO en de Europese Centrale Bank adviseren landen met lage schulden — zoals Nederland — om gericht te investeren in de toekomst, zolang de schuld op middellange termijn beheersbaar blijft. Te rigide bezuinigen zou de economie juist kunnen verzwakken.

Toch blijft voorzichtigheid geboden. Met stijgende rentelasten en oplopende collectieve uitgaven kan het overschrijden van de 60-procentnorm sneller gaan dan gedacht.

Nederland blijft financieel sterk, maar niet zorgeloos

De Nederlandse staatsschuld is op dit moment houdbaar en gunstig in Europees perspectief. Maar de echte uitdaging ligt in de lange termijn. De combinatie van vergrijzing, structurele tekorten en oplopende rentelasten vraagt om verstandig beleid.

Nederland staat er beter voor dan de meeste EU-landen, maar de vraag is of dat zo blijft als de politieke druk toeneemt om meer uit te geven aan zorg, defensie en klimaat. De houdbaarheid van de schuld is dus niet alleen een economische, maar ook een morele en politieke keuze.


Ontdek meer van HBP Media

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Dit vind je misschien ook leuk...

Geef een reactie