ship with container vans

Nederland staat wereldwijd bekend als een klein land met een grote mond, maar nog meer met een grote economie. We hebben een van de hoogste inkomens per hoofd van de bevolking ter wereld, een sterke infrastructuur en een handelspositie die ons structureel bij de wereldtop plaatst. Vaak wordt die welvaart voorgesteld alsof die volledig aan onszelf te danken is de koopman, de polder, de dijken, de zuinigheid. Maar wie eerlijk kijkt, ziet dat Nederland in de afgelopen decennia haar economische kracht vooral heeft kunnen uitbouwen dankzij de Europese Unie.

De Europese interne markt: motor van onze handel

Sinds de oprichting van de interne markt in 1993 kunnen goederen, diensten, kapitaal en mensen vrij bewegen binnen de EU. Voor een land als Nederland – klein in oppervlak maar groot in handelsgeest – is dit geen detail, maar een levensader.

Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) gaat ongeveer 70% van onze export naar EU-landen. Duitsland alleen al is goed voor meer dan 20% van alle Nederlandse export. Zonder de EU zouden die goederen niet zomaar over de grens kunnen, maar zouden ze telkens geconfronteerd worden met douanecontroles, extra papierwerk en invoerrechten. Het wegvallen van die handelsbarrières betekent dat Nederland zich kan focussen op efficiëntie, schaal en snelheid.

Een voorbeeld: een vrachtwagen vol bloemen uit Aalsmeer kan vandaag de dag in minder dan 12 uur tijd in Parijs, Berlijn of Milaan zijn – zonder oponthoud aan grenzen. Stel je voor dat elke vrachtwagen weer langs een douane moest. Dan zouden onze bloemen niet meer vers zijn, onze vrachtprijzen hoger en onze concurrentiepositie lager.

Nederland als doorvoerland: de poort van Europa

Nederland wordt vaak “de poort van Europa” genoemd, en dat is niet overdreven. De haven van Rotterdam is de grootste zeehaven van Europa en een van de grootste ter wereld. Jaarlijks worden hier honderden miljoenen tonnen goederen overgeslagen, die via het achterland hun weg vinden naar Duitsland, Frankrijk en verder.

De EU speelt hierbij een cruciale rol. Europese afspraken over infrastructuur, transport en logistiek hebben ervoor gezorgd dat Nederland kan uitgroeien tot dé logistieke draaischijf van Europa. Zonder de open grenzen en de geharmoniseerde regels zou onze rol als doorvoerland veel minder aantrekkelijk zijn. Duitsland of België zouden de positie van poort naar Europa gemakkelijk kunnen overnemen.

Neem het voorbeeld van de Maasvlakte 2, een uitbreiding van de Rotterdamse haven. Deze miljardeninvestering is gedaan met het vertrouwen dat goederen vrijelijk kunnen stromen binnen Europa. Het zou immers absurd zijn om zulke infrastructuur neer te zetten als containers na Rotterdam alsnog bij de Duitse grens dagenlang stilstaan voor controles.

Export als motor van welvaart

De Nederlandse economie is in extreme mate afhankelijk van handel. Ruim een derde van ons nationaal inkomen komt voort uit export. Landen buiten de EU zijn belangrijk, maar de EU zelf is veruit de grootste afzetmarkt.

Vergelijk dit met het Verenigd Koninkrijk, dat sinds Brexit buiten de EU-markt staat. Britse bedrijven kampen nu met hogere administratieve lasten en langere wachttijden. Exporteurs van vis en landbouwproducten verloren marktaandeel omdat hun producten niet meer snel genoeg de Europese markt op konden. Stel je dezelfde situatie voor in Nederland: de schade zou gigantisch zijn.

Een concreet voorbeeld: de Nederlandse hightechsector. Bedrijven als ASML en Philips exporteren voor miljarden aan machines en producten. Hun toeleveringsketens lopen dwars door Europa: onderdelen uit Duitsland, onderzoek in België, productie in Nederland. Zonder een open Europese markt zou deze keten veel trager en duurder worden – en zou ASML misschien allang naar de VS of Azië zijn verhuisd.

De kracht van gezamenlijke onderhandeling

Nederland alleen is een kleine speler in de wereldhandel. Met 17 miljoen inwoners is het onmogelijk om op gelijkwaardige voet te onderhandelen met grootmachten als de VS, China of India. Maar binnen de EU hoort Nederland tot een blok van 450 miljoen consumenten, de grootste interne markt ter wereld.

Dankzij dit blok kan Nederland profiteren van handelsakkoorden die de EU namens alle lidstaten sluit, bijvoorbeeld met Canada (CETA), Japan of Mercosur. Nederlandse bedrijven hebben daardoor toegang tot verre markten, zonder dat Den Haag afzonderlijk jarenlang hoeft te onderhandelen.

Een voorbeeld: het EU-Japan Economic Partnership Agreement uit 2019 schrapte bijna alle invoerrechten op Europese producten. Voor Nederlandse boeren, die bijvoorbeeld kaas naar Japan exporteren, betekent dit dat zij een eerlijke kans krijgen op een gigantische markt. Alleen hadden ze dat nooit kunnen bereiken.

Stabiliteit en vertrouwen

Welvaart draait niet alleen om handel, maar ook om vertrouwen. Buitenlandse investeerders kiezen Nederland vaak als vestigingsland omdat het stabiel is, maar óók omdat het toegang biedt tot de EU-markt. Een Amerikaans bedrijf dat zich vestigt in Amsterdam of Eindhoven, doet dat niet om alleen de Nederlandse markt van 17 miljoen mensen te bedienen, maar de Europese van honderden miljoenen.

De aanwezigheid van grote multinationals zoals Google, Microsoft en Tesla in Nederland is daar een rechtstreeks gevolg van. Zonder EU zou Nederland voor zulke bedrijven veel minder aantrekkelijk zijn.

Vergelijking met landen buiten de EU

Een blik buiten de EU toont hoe waardevol het lidmaatschap is.

  • Noorwegen en Zwitserland zijn geen EU-lid, maar willen wél toegang tot de interne markt. Daarom moeten ze vrijwel alle EU-regels overnemen, zonder dat ze daarover mee mogen beslissen. Nederland zou in dat geval ook een regelvolger worden in plaats van een regelmaker.
  • Het Verenigd Koninkrijk verloor door Brexit miljarden aan economische groei. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schat dat de Britse economie structureel zo’n 4% kleiner is geworden door het vertrek uit de EU. Nederland, met zijn veel grotere afhankelijkheid van export, zou nog harder getroffen worden.

Vergelijking: Nederland in de EU versus Brexit, Noorwegen en Zwitserland

Het voorbeeld van Brexit: een harde les

Het Verenigd Koninkrijk stapte in 2020 officieel uit de EU. Voorstanders beweerden dat het land “soevereiniteit” zou terugkrijgen en betere handelsdeals kon sluiten. De praktijk laat een heel ander beeld zien.

  • Economische schade: Het Britse Office for Budget Responsibility (OBR) berekende dat Brexit de economie structureel 4% kleiner maakt dan wanneer het land EU-lid was gebleven.
  • Handelsverlies: Britse exporteurs verloren vooral op de EU-markt terrein. In 2021 daalde de export naar de EU met 15% vergeleken met vóór Brexit.
  • Extra bureaucratie: Britse vissersbedrijven zagen hun export naar Frankrijk en Spanje instorten, omdat vrachtwagens vol verse vis dagenlang bij de grens bleven steken door douaneformaliteiten.
  • Investeringen: Grote internationale bedrijven, zoals Honda en Nissan, hebben delen van hun productie uit het VK weggehaald omdat toegang tot de EU-markt niet langer vanzelfsprekend is.

Voor Nederland zou een “Nexit” nog schadelijker zijn. Onze economie is veel sterker verweven met de EU dan die van het VK. Met ruim 70% van de export afhankelijk van de EU zou de klap hier aanzienlijk harder aankomen.

Noorwegen: toegang zonder stem

Noorwegen is geen EU-lidstaat, maar heeft via de Europese Economische Ruimte (EER) wel toegang tot de interne markt. Dat lijkt aantrekkelijk, maar er zit een addertje onder het gras.

  • Regels overnemen: Noorwegen moet vrijwel alle EU-wetten en -regels overnemen om toegang tot de interne markt te houden, inclusief milieu- en productstandaarden.
  • Geen inspraak: Het land heeft géén stem in Brussel. Het moet dus wetten uitvoeren waar het zelf niet over mee beslist.
  • Kosten: Noorwegen draagt financieel bij aan de EU, met miljarden euro’s per jaar, terwijl het formeel geen lid is.

Dit maakt Noorwegen tot een soort “regelvolger” in plaats van een regelmaker. Voor een handelsland als Nederland, dat nu juist sterk is omdat het actief meeschrijft aan EU-beleid, zou dat een enorme achteruitgang betekenen.

Zwitserland: losse verdragen, veel problemen

Zwitserland is nóg een ander model. Het land is geen lid van de EU of de EER, maar heeft meer dan 120 bilaterale verdragen gesloten met de EU om handel te regelen.

  • Complexiteit: Elke sector heeft eigen afspraken. Dat leidt regelmatig tot politieke spanningen, omdat de EU steeds minder bereid is uitzonderingen te maken.
  • Beperkte toegang: Zwitserse banken en financiële instellingen hebben bijvoorbeeld geen volledige toegang tot de Europese markt.
  • Onderhandelingsdruk: Zwitserland moet zich bij elke nieuwe situatie aanpassen, of het nu gaat om migratieafspraken of productnormen. De EU is immers de veel sterkere partner.

Voor Nederland zou dit model desastreus zijn. Onze economie is véél groter en complexer verweven met Europa dan die van Zwitserland. Elk jaar opnieuw onderhandelen over honderden verdragen zou onze export onbetaalbaar maken.

Nederland binnen de EU: de sterkste positie

In vergelijking met deze drie modellen staat Nederland er als EU-lidstaat veel beter voor:

  • We hebben volledige toegang tot de interne markt.
  • We schrijven mee aan de regels, zodat ze ook gunstig zijn voor ons bedrijfsleven.
  • We profiteren van de kracht van de EU in internationale handelsakkoorden.
  • We krijgen EU-subsidies voor landbouw, innovatie en infrastructuur.

Kortom: waar het VK zichzelf economisch verzwakte, waar Noorwegen regels volgt zonder stem en waar Zwitserland verdrinkt in ingewikkelde bilaterale afspraken, profiteert Nederland maximaal van de EU door wél aan tafel te zitten.

EU-subsidies en investeringen

Naast handel profiteert Nederland ook direct van Europese fondsen. Denk aan subsidies voor landbouw, innovatieprojecten en duurzame energie. Universiteiten krijgen miljoenen uit Europese onderzoeksprogramma’s zoals Horizon Europe. Zonder EU zouden deze investeringen simpelweg niet bestaan, of Nederland zou ze zelf moeten ophoesten – wat veel duurder zou zijn.

Conclusie: onze welvaart is Europees

De gedachte dat Nederland het ook wel alleen kan, is een illusie. Onze welvaart is gebouwd op handel, doorvoer en internationale samenwerking. Precies die fundamenten worden door de EU gegarandeerd. Van de bloemen uit Aalsmeer tot de chipsmachines van ASML, van de containers in Rotterdam tot de kaas in Japan – allemaal zijn ze voorbeelden van hoe de Europese Unie ons land rijker maakt.

Nederland heeft haar gouden positie niet ondanks, maar dankzij de EU. Wie dat ontkent, negeert de feiten en speelt met het fundament van onze welvaart.


Ontdek meer van HBP Media

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie