LEEUWARDEN – Op 25 maart 2025 heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden arrest gewezen in de procedure van Chipshol en de familie Poot tegen de Staat. Deze procedure ging over de oneerlijke behandeling van de Chipshol-zaak door de rechtbank Den Haag van 1994 tot 1998.
Chipshol en de erven Poot hebben na jaren procederen gelijk gekregen. Volgens het Hof was de behandeling van de Chipshol-zaak door de Haagse rechtbank en de behandelend rechter mr. Westenberg in het bijzonder, geen eerlijk proces. De letterlijke overweging van het gerechtshof luidt:
“3.54 Door het wekken en niet wegnemen van een schijn van partijdigheid bij de voorbereiding van rechterlijke beslissingen in de Chipshol-zaak is een zo fundamenteel rechtsbeginsel veronachtzaamd dat van een eerlijke en onpartijdige behandeling van de zaak niet meer kan worden gesproken. Daarmee heeft de Staat artikel 6 lid I EVRM geschonden (volgens de Jan Luyken-maatstaf) en onrechtmatig gehandeld jegens Chipshol c.s.”
De Chipshol-zaak draaide om de zeggenschap over ongeveer 600 hectare grond rondom luchthaven Schiphol. Chipshol-oprichter en planoloog Jan Poot sr. had deze grondposities verworven om een Airport City te bouwen, een zakenstad voor hoogwaardige tech bedrijven. Vandaar de naam Chipshol. Met een zakenpartner die door verkoop van de grondpositie snelle winst wilde realiseren ontstond een juridisch conflict. Het was een zaak waar enorme belangen op het spel stonden.
De wijze waarop de Haagse rechter Westenberg de rechtszaak tussen 1994 en 1998 behandelde, leidde bij Chipshol al snel tot grote twijfel aan zijn onpartijdigheid. Die twijfel was terecht, zo is nu door het gerechtshof vastgesteld. Omdat de Raad voor de rechtspraak lange tijd achter de betrokken rechter bleef staan en hem zelfs steunde in een later eveneens onrechtmatig bevonden smaadzaak tegen een voormalige Chipshol-advocaat, die de twijfel publiekelijk had geuit, kwam Chipshol tegenover de Rechtspraak te staan.
In 2010 en 2011 werden getuigenverhoren gehouden waarbij Chipshol nader onderzoek deed naar de ervaren partijdigheid van de Haagse rechtbank. Daarin meldde zich een klokkenluider, griffier bij de Rechtbank Den Haag, die stelde dat een collega-rechter die bevriend was met een wederpartij aanleiding was voor de partijdige opstelling van Westenberg.
Deze zaak was de laatste van een aantal procedures die Chipshol met succes door de jaren heen tegen de overheid voerde. Alle andere zaken eindigden in schaderegelingen, alleen dit dossier resteerde nog. Het kan niet anders dan dat de rechtspraak deze misstand zal willen rechtzetten. Dat de schade volgens de Staat is verjaard, neemt niet weg dat Chipshol en de erven Poot aanspraak zullen maken op compensatie.
Peter Poot: ‘Het is belangrijk dat nu is bevestigd wat wij jarenlang hebben ervaren: partijdige rechtspraak in de Chipshol-zaak. Dat nu alsnog is vastgesteld dat Chipshol hierin gelijk had, is van grote betekenis. Het is bovendien een postume erkenning voor Chipshol-oprichter Jan Poot sr. die in 2018 is overleden.”
