‘Europese wetgeving is geen à la carte menu, ook Nederlandse patiënt valt onder wet’

eu flag swaying with the wind
Photo by Dušan Cvetanović on Pexels.com

In het NRC van donderdag 20 juni wordt betoogd dat Nederland de Europese wet uit 2013 voor grensoverschrijdende gezondheidszorg moet ondertekenen. Het naleven van een nieuwe Europese wet is voor Europese landen echter geen afzonderlijke afweging. Iedere wet is automatisch van toepassing in het hele grondgebied van de Europese Unie.

De Europese patiëntenrichtlijn geeft daarom ook verzekerde Nederlanders met een doktersrecept recht op vergoeding van een medicijn dat in het buitenland is verkregen. Wel moet de patiënt het geneesmiddel vooraf betalen en verloopt terugbetalingen volgens de regels van het thuisland, zoals eventuele maximumtarieven. De Europese wet geeft dan ook geen garantie voor 100 procent vergoeding.

Erkenning van doktersrecepten

De Europese patiëntenrichtlijn gaat overigens niet over de beschikbaarheid van medicijnen in een EU-land of eventuele tekorten, maar regelt alleen de erkenning van recepten. Een recept voor een geneesmiddel dat in Nederland is voorgeschreven, is geldig in elk ander Europese land. Omgekeerd mag ook een recept dat in het buitenland is voorgeschreven, bijvoorbeeld als onderdeel van een vervolgbehandeling daar, worden aangeboden aan elke apotheker in Nederland. Om ervoor te zorgen dat recepten worden herkend, is het wel belangrijk dat ze de minimale informatie bevatten. Ook hierover zijn Europese afspraken gemaakt.

Geen à la carte menu

Anders dan internationale verdragen, hoeven Europese wetten in principe nooit ondertekend te worden door afzonderlijke lidstaten van de Europese Unie. Als een wet is aangenomen door de Europese besluitvormers, het Europees Parlement en de Raad van ministers, dan is deze geldig in het hele grondgebied van de Europese Unie. 

Wel is het zo dat de wetgeving vaak moet worden omgezet in nationale wetgeving binnen gestelde overgangstermijnen. Er gelden dan bepaalde doelstellingen die gehaald moeten worden, maar ieder land is vrij om dat op de eigen manier te doen. Voldoet een land na afloop van de overgangstermijn niet aan de Europese wet, dan kan er een zogenoemde inbreukprocedure worden gestart. Meestal volstaat dan een waarschuwingsbrief aan het betreffende land. Een procedure bij het Hof is het uiterste redmiddel en deze heeft in het geval van de Nederlandse uitvoering van de patiëntenrichtlijn niet plaatsgevonden.

Geef een reactie