DEN HAAG, 11 november 2025 – Vier minderjarige verdachten hebben zich afgelopen maandag voor de kinderrechter moeten verantwoorden voor hun betrokkenheid bij de rellen in Scheveningen op 1 mei 2025. Het ging om drie jongens en één meisje, afkomstig uit Zoetermeer, Den Haag en Rotterdam. Tijdens de ongeregeldheden, waarbij de politie met stenen, glaswerk en fietsen werd bekogeld, richtten tientallen jongeren vernielingen aan in de badplaats.
In totaal zijn inmiddels achttien verdachten voor de rechter verschenen. Twee van hen zijn vrijgesproken, de rest kreeg werkstraffen opgelegd variërend van 30 tot 80 uur.
Groep jongeren keerde zich tegen politie
De rellen ontstonden op donderdag 1 mei toen een grote groep jongeren zich in de Scheveningse binnenstad tegen de politie keerde. De Mobiele Eenheid (ME) moest worden ingezet om de orde te herstellen. De agenten werden bekogeld met stenen, fietsen en glaswerk, en in de omgeving werden talloze vernielingen aangericht.
Onder de schade vielen onder meer straatmeubilair, ruiten van winkels en spullen van lokale ondernemers. Ook horecaondernemers aan de boulevard zagen hun terrassen vernield worden. Een ijssalon werd het mikpunt van geweld: stoelen en tafels vlogen door de lucht richting politiemensen.
De politie noemde de situatie destijds “zeer bedreigend” en sprak van een gerichte aanval op handhavers.
De verdachten en hun rol
De vier jongeren die maandag terechtstonden zijn:
- een 16-jarige jongen uit Zoetermeer,
- een 15-jarige jongen uit Den Haag,
- een 15-jarige jongen uit Rotterdam,
- en een 14-jarig meisje uit Den Haag.
De Rotterdamse jongen werd veroordeeld voor het gooien van stenen tegen een politievoertuig. De drie andere verdachten stonden terecht voor openlijk geweld tegen politiemensen, onder meer door het gooien van terrasmeubilair en andere objecten.
Hoewel het Openbaar Ministerie forse werkstraffen eiste, hield de rechter rekening met de leeftijd van de verdachten en het feit dat zij spijt hadden betuigd.
Juridische context van de zaak
De uitspraak van de kinderrechter in de zaken rond de rellen in Scheveningen van 1 mei 2025 is een klassiek voorbeeld van het Nederlandse jeugdstrafrecht in de praktijk.
Vier minderjarigen — drie jongens en één meisje, tussen de 14 en 16 jaar oud — stonden terecht voor openlijk geweld tegen personen en goederen, strafbaar gesteld in artikel 141 van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Toepassing van het jeugdstrafrecht (artikelen 77a–77gg Sr)
Omdat alle verdachten jonger waren dan 18 jaar, is het jeugdstrafrecht toegepast. Dit rechtsstelsel kent andere uitgangspunten dan het volwassenenstrafrecht.
Waar bij volwassenen vergelding en bescherming van de maatschappij centraal staan, ligt bij jongeren de nadruk op herstel, opvoeding en gedragsverandering.
De rechter hield bij de strafmaat rekening met:
- de leeftijd en ontwikkelingsfase van de verdachten;
- de persoonlijke omstandigheden (school, gezinssituatie, toekomstperspectief);
- en het feit dat de jongeren spijt betuigden en meewerkten aan het onderzoek.
Een van de rechters lichtte toe:
“Het doel is dat deze jongeren leren begrijpen wat hun gedrag teweegbrengt, niet dat ze blijvend gestigmatiseerd worden.”
De opgelegde werkstraffen zijn dus bedoeld als herstelgerichte maatregel, niet louter als straf.
Eisen en vonnissen
Het Openbaar Ministerie (OM) eiste:
- twee keer een werkstraf van 60 uur,
- één werkstraf van 40 uur,
- en één werkstraf van 30 uur.
De rechter legde uiteindelijk de volgende straffen op:
- twee keer een werkstraf van 50 uur,
- één werkstraf van 36 uur,
- één werkstraf van 30 uur, waarvan 10 voorwaardelijk.
Daarnaast moeten enkele verdachten een schadevergoeding betalen aan de getroffen politieagenten, variërend van 150 tot 250 euro.
Breed onderzoek naar rellen
De rellen in Scheveningen leidden tot een grootschalig politieonderzoek. Tot nu toe zijn negentien verdachten aangehouden, waarvan er achttien inmiddels zijn berecht.
Volgens de politie loopt er nog steeds onderzoek naar andere betrokkenen. Onlangs werden opnieuw beelden van verdachten getoond in landelijke opsporingsprogramma’s, in de hoop dat zij worden herkend en geïdentificeerd.
De politie roept getuigen en omwonenden op om zich te melden met aanvullende informatie. “We willen dat iedereen die verantwoordelijk is voor het geweld op 1 mei wordt opgespoord,” aldus een woordvoerder.
Schade voor ondernemers en gemeenschap
De nasleep van de rellen is nog steeds voelbaar in Scheveningen. Lokale ondernemers melden aanzienlijke schade aan hun winkels en terrassen.
Een horecaondernemer aan de boulevard vertelt:
“We hebben onze tafels, stoelen en bloembakken kapot teruggevonden. Het is wrang dat jongeren uit andere steden hier zoveel vernielingen hebben aangericht.”
De gemeente Den Haag heeft destijds extra geld uitgetrokken voor herstel van straatmeubilair en ondersteuning van getroffen ondernemers.
Ook de politie en wijkagenten organiseerden gesprekken met buurtbewoners om het vertrouwen te herstellen. “Scheveningen is een gastvrije wijk,” aldus een wijkagent. “Het geweld van die dag paste daar totaal niet bij.”
Reactie van het Openbaar Ministerie
Het OM liet na afloop weten tevreden te zijn met de uitspraak.
Volgens de officier van justitie is het belangrijk dat “de jongeren worden geconfronteerd met de gevolgen van hun daden”.
“Door de werkstraffen leren ze verantwoordelijkheid nemen. Geweld tegen de politie en vernielingen van andermans eigendommen zijn nooit te rechtvaardigen.”
De rechter benadrukte dat de opgelegde werkstraffen een duidelijk signaal zijn naar de jongeren en hun omgeving:
“Wie zich schuldig maakt aan openlijk geweld, moet begrijpen dat dit consequenties heeft. Zeker als het gericht is tegen mensen die zorgen voor onze veiligheid.”
Voortzetting onderzoek
Het politieonderzoek is nog niet afgerond. Nieuwe camerabeelden en getuigenverklaringen kunnen leiden tot meer aanhoudingen.
De verwachting is dat begin 2026 de laatste zaken in deze reeks voor de kinderrechter zullen verschijnen.De gemeente Den Haag bekijkt ondertussen of extra maatregelen nodig zijn om herhaling te voorkomen, bijvoorbeeld door meer cameratoezicht en jongerenwerk in de wijk.
Conclusie
Met de veroordeling van vier nieuwe jongeren zet de rechter een volgende stap in de afhandeling van de Scheveningse rellen van 1 mei 2025.
De uitspraken tonen dat geweld tegen politie en vernieling van publieke eigendommen serieus worden bestraft, ook als de daders minderjarig zijn.Het Openbaar Ministerie benadrukt dat het onderzoek nog loopt en dat meer verdachten kunnen volgen.
