Anne-Katrien Banning benoemd tot plaatsvervangend hoofdofficier Noord-Holland
AMSTERDAM, 14 november 2025 – Per 17 november 2025 start Anne-Katrien Banning als nieuwe plaatsvervangend hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Holland. Zij volgt Corien Fahner op, die in juni is benoemd tot hoofdofficier van het parket Noord-Nederland. Met deze stap haalt Noord-Holland een ervaren en stevig gewortelde OM-professional binnen.
Ervaren officier met brede achtergrond
Banning begon haar loopbaan in 2006 na het afronden van de RAIO-opleiding, de opleiding voor rechters en officieren van justitie. Zij trad toe tot het Openbaar Ministerie als officier van justitie en ontwikkelde zich sindsdien in verschillende sleutelrollen binnen de organisatie.
In de jaren die volgden werkte zij onder meer bij:
- Arrondissementsparket Den Haag, waar zij als officier en leidinggevende ervaring opdeed;
- Het Functioneel Parket, gespecialiseerd in complexe zaken zoals fraude, milieucriminaliteit, corruptie en ondermijning.
Haar brede ervaring maakt haar volgens het OM bijzonder geschikt om richting te geven aan de aanpak van maatschappelijke veiligheidsvraagstukken binnen Noord-Holland.
Leidinggevende ervaring bij Functioneel Parket
Momenteel is Banning teamleider bij het Functioneel Parket. In 2024 en 2025 nam zij daar tijdelijk de taken waar van plaatsvervangend hoofdofficier, een rol waarin zij al ervaring opbouwde met strategische besluitvorming en organisatiebrede verantwoordelijkheid. Deze waarneming was een belangrijke voorbereiding op haar nieuwe functie binnen het arrondissementsparket Noord-Holland.
Sterke opvolger voor Fahner
Met de benoeming van Banning kiest het OM voor continuïteit. Haar inhoudelijke expertise, leiderschapskwaliteiten en ervaring met complexe dossiers worden gezien als waardevolle toevoegingen voor het arrondissementsparket. De overstap volgt op het vertrek van Corien Fahner, die sinds juni 2025 de leiding heeft over het parket Noord-Nederland.
Banning wordt binnen het OM geprezen om haar zorgvuldigheid, verbindende stijl en duidelijke visie op rechtshandhaving. De verwachting is dat zij deze kwaliteiten verder zal inzetten in haar nieuwe functie, waarin zij een belangrijke rol zal spelen bij de coördinatie van het regionale strafrechtelijk beleid.
