Column: ‘Democratie of éénmansshow? De PVV en de vraag naar echte volksvertegenwoordiging’

Er is iets paradoxaals aan de Partij voor de Vrijheid (PVV). Een partij die zegt op te komen voor “de gewone Nederlander”, voor vrijheid van meningsuiting en voor directe democratie, maar die zelf allesbehalve democratisch is georganiseerd. Geen leden, geen partijcongressen, geen interne verkiezingen, geen kritische commissies of vergaderingen, slechts één man die beslist over alles: Geert Wilders.

De PVV is in naam een politieke partij, maar in de praktijk een politieke eenmanszaak. En dat roept een fundamentele vraag op: is het eigenlijk wel democratisch dat zo’n partij in de Tweede Kamer zit?

De vrijheid van Wilders

Om te begrijpen hoe uitzonderlijk de PVV is, moeten we naar de structuur kijken. Waar andere partijen verenigingen zijn, met statuten, ledenvergaderingen, een bestuur en gekozen vertegenwoordigers, is de PVV formeel een stichting: de Stichting Groep Wilders. Die stichting heeft precies één lid: Geert Wilders zelf.

Dat betekent dat Wilders de enige is die lid kan zijn, de enige die besluiten neemt, de enige die kandidaten kiest, en de enige die de koers bepaalt. PVV-Kamerleden tekenen bij hun aantreden een verklaring dat ze hun zetel zullen inleveren als Wilders dat vraagt. Formeel is dat niet afdwingbaar (een Kamerzetel is persoonlijk), maar de machtsverhouding is duidelijk: wie in opstand komt, kan vertrekken.

Vergelijk dat eens met de Partij van de Arbeid, waar leden het partijprogramma vaststellen en een partijcongres de lijsttrekker kiest. Of met de VVD, waar interne commissies debatteren over beleid. Zelfs bij nieuwkomers als BBB of Volt is er een democratische structuur: leden kunnen stemmen, voorstellen indienen, amendementen indienen.

Bij de PVV? Niets van dat alles. Geen debat, geen inspraak, geen tegenspraak. De enige stem die telt, is die van Geert Wilders.

De paradox van de democratische eenpartij

En toch: de PVV doet mee aan verkiezingen, haalt miljoenen stemmen, en zit in de Tweede Kamer — volledig volgens de democratische spelregels.

Is dat dan niet democratisch?

Formeel wel. Het kiesstelsel in Nederland kent geen beperkingen aan de interne organisatie van partijen. Iedereen mag meedoen, zolang er voldoende handtekeningen en kandidaten zijn en de partij aan de wettelijke eisen voldoet. De kiezer bepaalt wie er in de Kamer komt, niet de partijstructuur.

Maar politiek gezien is het wrang. De PVV maakt gebruik van de democratie zonder haar intern te respecteren. Ze pleit voor referenda en “de stem van het volk”, maar binnen de eigen muren is het stil. Wie tegenspreekt, verdwijnt uit beeld.

Dat doet denken aan wat politicologen een “persoonspartij” noemen, een partij die niet om ideeën of programma’s draait, maar om de persoon aan de top. Berlusconi in Italië, Orbán in Hongarije, of recentelijk Trump in de Verenigde Staten: partijen die gebouwd zijn rond één gezicht, één stem, één wil.

Wilders past naadloos in dat rijtje.

Democratie als theater

De vraag is dus niet alleen of de PVV formeel democratisch is, maar of ze de geest van de democratie eer aandoet.

Democratie is meer dan stemmen tellen. Het is ook debat, controle, transparantie en het delen van macht. Het is het besef dat niemand het alleen beter weet dan de rest. En dat de volksvertegenwoordiging niet een podium is voor persoonlijke macht, maar een instrument voor collectieve besluitvorming.

De PVV functioneert anders. In de Kamer voeren de PVV’ers het woord, maar het is duidelijk dat ze niet zelfstandig opereren. Wilders beslist over de lijn, schrijft de teksten, kiest de strategie. De fractieleden zijn uitvoerders, geen beleidsmakers.

Dat maakt de democratie een toneelstuk: de vorm is er, maar de inhoud is uitgehold. De PVV lijkt een partij, maar is het niet. Ze lijkt deel te nemen aan het democratische proces, maar in feite draait het om één man die spreekt namens miljoenen, zonder dat die miljoenen inspraak hebben in wat hij zegt.

De kracht van de eenvoud

En toch werkt het. Juist omdat de PVV zo strak geleid wordt, komt de boodschap eenduidig over. Geen partijvergaderingen vol nuance, geen interne ruzies die uitlekken naar de media. De PVV spreekt met één stem, en dat is precies wat veel kiezers aanspreekt.

Wilders positioneert zich als de man die zegt wat “niemand anders durft te zeggen”, en zijn partijstructuur voorkomt dat iemand binnen de partij hem tegenspreekt. Zijn organisatievorm is daarmee niet een gebrek, maar een tactisch voordeel.

Dat verklaart waarom pogingen van afvallige PVV’ers om eigen partijen te beginnen, zelden succesvol waren. Denk aan Hero Brinkman (Onafhankelijke Burgerpartij), Joram van Klaveren (VoorNederland), of zelfs Raymond de Roon die kortstondig twijfelde: ze konden niet tippen aan het merk “Wilders”. De PVV is niet de partij van de vrijheid, maar de partij van de leider.

De grondwet zwijgt

Toch is er niets onwettigs aan de PVV-constructie. De Nederlandse Grondwet en de Kieswet stellen geen eisen aan interne partijdemocratie. Er is geen wet die zegt dat een partij leden moet hebben of intern moet stemmen.

Dat komt doordat de grondleggers van onze democratie nooit hadden voorzien dat iemand een partij zou oprichten zonder leden. Ze gingen ervan uit dat partijen vanzelf democratisch zouden zijn, omdat ze uit de samenleving voortkomen.

Wilders bewees het tegendeel. Hij sneed de partij af van haar wortels in de samenleving en maakte van de PVV een politiek vehikel dat draait om één bestuurder. Juridisch mag het, maar politiek is het een blinde vlek in ons systeem.

Democratie als systeem zonder ziel?

De ironie is dat Wilders’ manier van politiek bedrijven iets blootlegt over onze democratie zelf.
We hebben een systeem waarin de kiezer eens in de vier jaar een vakje rood maakt, maar verder weinig directe invloed heeft. Partijen zijn de tussenlaag tussen burger en bestuur, en Wilders heeft die laag gewoon weggesneden.

Dat is tegelijkertijd briljant en gevaarlijk. Briljant, omdat hij daarmee rechtstreeks spreekt tot de kiezer, zonder partijbureaucratie. Gevaarlijk, omdat het alle checks and balances omzeilt die een gezonde democratie nodig heeft.

Een partij zonder leden is als een samenleving zonder burgerschap: iedereen kijkt toe, maar niemand doet mee.

De vraag die blijft hangen

Is het dus ondemocratisch dat de PVV in de Tweede Kamer zit?
Nee, formeel niet. Maar het is wél een democratische anomalie: een partij die zich bedient van democratische middelen om een persoonlijk machtsproject te realiseren.

Zolang kiezers dat accepteren, is het legitiem. Maar het blijft wringen: hoe vrij is de vrijheid als alle beslissingen van één man komen? Hoe volks is de volksvertegenwoordiging als de partij geen volk kent?

De PVV houdt ons daarmee een ongemakkelijke spiegel voor. Niet alleen over immigratie of islam, maar over de staat van onze eigen democratie.
Want misschien is het probleem niet dat Wilders te veel macht heeft, maar dat wij, als kiezers, te weinig verantwoordelijkheid nemen om macht te delen.

Gebruikte bronnen:
– Statuten Stichting Groep Wilders (Kamer van Koophandel)
– Parlementaire verslagen Tweede Kamer 2023–2025
– Kieswet (artikelen 8–11)
– Montesquieu Instituut: Partijstructuren en interne democratie in Nederland
– NRC, “De PVV is geen partij, maar een organisatie van één man”, 2023
– Trouw, “De democratische leegte van de PVV”, 2024


Ontdek meer van HBP Media

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie