Loyale samenwerking is fundamenteel voor de Europese Unie, maar lang niet meer altijd vanzelfsprekend, zoals blijkt van het gedrag van Hongarije. Loyaliteit betekent dat EU-lidstaten zich onthouden van dwarsliggersgedrag en zich houden aan de besluiten en afspraken die zij hebben gemaakt. Juist nu de geopolitieke en economische situatie vraagt om eenheid en kracht, is dit cruciaal. De AIV doet concrete voorstellen om loyaliteit binnen de EU te versterken.
Het loyaliteitsbeginsel is in de eerste plaats een juridische term vastgelegd in het EU-verdrag. Het is een grondslag voor onderlinge verhoudingen en helpt onderlinge geschillen te beslechten. Een voorbeeld van niet-loyaal gedrag was de verkoop van ‘gouden paspoorten’ (paspoorten die aansprak gaven op rechten in de hele EU) door Malta aan niet-EU-burgers. In april 2025 oordeelde het Europees Hof van Justitie dat Malta moet stoppen met het verkopen hiervan. Deloyaal gedrag kan dus worden aangepakt.
Loyale samenwerking is een dragende kracht voor de EU als politieke gemeenschap, rechtsorde en internationale speler. Het verplicht de lidstaten ook mee te werken aan de doelstellingen van de EU. Nederland en EU-partners moeten optreden tegen lidstaten die ondermijnend of dwarsliggers-gedrag vertonen. Voorzitter van de AIV, Bert Koenders: “Loyale samenwerking is een grote kracht van de EU. Die kracht hebben we juist nu, in tijden van grote uitdagingen op het gebied van veiligheid, economie en klimaat, broodnodig. Het is een verantwoordelijkheid van alle lidstaten om bij te dragen aan een cultuur van loyale samenwerking”.
Dat is niet altijd eenvoudig. Toen de Hongaarse president Viktor Orbán aan het begin van het Hongaarse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie zonder EU-mandaat op bezoek ging in Moskou en Beijing, schuurde dit met het loyaliteitsbeginsel. De Commissie noch de lidstaten begonnen hierover echter een rechtszaak, waardoor het Europees Hof van Justitie zich hierover niet uitsprak.
Loyale samenwerking betekent niet dat lidstaten geen afwijkende standpunten mogen innemen. Dit geldt immers pas als afspraken zijn gemaakt. Afwijkende standpunten moeten ook niet te snel als ondermijnend en niet-loyaal worden gezien; beter is het als lidstaten zich oprecht verdiepen in elkaars standpunten en motieven. Lidstaten kunnen bovendien goede redenen hebben om tegen een besluit te zijn. Maar als een besluit genomen is, moet dat worden uitgevoerd.
De Adviesraad doet aan het kabinet de volgende aanbevelingen:
- Benut vaker de juridische mogelijkheden om niet-loyale samenwerking tegen te gaan. Gebruik dus procedures als de inbreukprocedure en de gang naar het Europese Hof van Justitie. Steun de Europese Commissie in haar rol als hoeder van de verdragen.
- Zorg dat echt ondermijnend gedrag niet loont en trek een rode lijn. Een uiterste consequentie van niet-loyaal gedrag zou een gedwongen vertrek uit de EU zijn, maar daar is vooralsnog geen of een zeer wankele juridische basis voor.
- Benut alle politieke middelen om de cultuur van loyale samenwerking te versterken en het onderlinge vertrouwen tussen lidstaten te vergroten.
Ontdek meer van HBP Media
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.