Economische gevolgen van Brexit voor het Verenigd Koninkrijk

AMSTERDAM , 25 november 2025 – De Britse politiek stond deze week opnieuw op scherp nadat voormalig premier Sir John Major stevig uithaalde naar de voorstanders van de Brexit. Volgens Major kost het vertrek uit de Europese Unie het Verenigd Koninkrijk “minstens 100 miljard pond per jaar” – een bedrag dat volgens onafhankelijke analyses eerder een minimum dan een maximum is.

In deze onderzoekscolumn duiken we dieper in de economische, sociale en geopolitieke gevolgen van Brexit, en vooral: wat betekent dit voor de Britten zelf?

Een belofte van winst werd een rekening van verlies

Toen de Leave-campagne in 2016 de overwinning behaalde, werden de Britten gouden bergen beloofd:

  • meer controle over grenzen,
  • sterkere handel buiten de EU,
  • 350 miljoen pond per week extra voor de NHS,
  • minder bureaucratie,
  • meer welvaart voor gewone Britten.

Niets van dit alles is uitgekomen. Integendeel: volgens Major, én volgens de meeste onafhankelijke economen, is Brexit een structurele kostenpost geworden. Niet alleen voor de overheid, maar direct voor huishoudens, bedrijven en werknemers.

100 miljard pond per jaar: hoe komt Major aan dat cijfer?

Verschillende economische instituten – waaronder de Office for Budget Responsibility (OBR), London School of Economics (LSE), Resolution Foundation en de Bank of England – komen tot dezelfde conclusies:

✔ Het VK produceert sinds Brexit 4% minder BBP dan het zou hebben gedaan binnen de EU

✔ De handel met Europa is met 15% gedaald

✔ Investeringen zijn met 11% teruggevallen

✔ Exporterende bedrijven betalen jaarlijks extra administratieve lasten, naar schatting 7–10 miljard pond

✔ Tekorten aan arbeidskrachten (met name in zorg, landbouw, horeca en transport) kosten bedrijven miljarden

Samen vormen deze factoren een structurele schadepost. De OBR berekent dat de Britse economie permanent 100 miljard pond per jaar kleiner is door Brexit. Major noemt het daarom “de duurste politieke fout in de moderne Britse geschiedenis”.

Britse huishoudens hebben de rekening gekregen

De economische neergang is geen abstract cijfer in een rapport; het raakt burgers rechtstreeks. Onderzoeken tonen onder andere:

Stijgende prijzen

De invoer van Europese producten is duurder geworden door douaneformaliteiten en transportvertragingen. Britten betalen vandaag gemiddeld 250–300 pond meer per jaar aan boodschappen.

Lagere lonen

Volgens de Resolution Foundation zijn Britse werknemers door Brexit jaarlijks ongeveer 470 pond aan reële inkomensgroei misgelopen.

Tekorten aan personeel

Zorginstellingen kampen met gaten die vroeger werden opgevuld door EU-werknemers. Landbouwers zitten regelmatig met verrottende oogsten, omdat er onvoldoende seizoensarbeiders zijn.

Dalende koopkracht

Door hoge inflatie (mede veroorzaakt door verminderde handel en lager vertrouwen in het pond) is de koopkracht sinds 2016 achtergebleven bij vrijwel alle andere Europese landen.

Bedrijven verlaten het VK – in stilte, maar massaal

Veel internationale bedrijven hebben delen van hun operaties verplaatst:

  • Financiële instellingen kozen voor Amsterdam, Parijs of Frankfurt
  • Autoproducenten verkleinden hun Britse productie
  • Techbedrijven vinden het VK minder aantrekkelijk door de handelsbarrières
  • Britse start-ups klagen over verloren toegang tot EU-kapitaal

De City of London, ooit het financiële hart van Europa, verloor al meer dan 1.300 miljard pond aan activa aan EU-steden.

Sir John Major is ongewoon fel: “Brexit heeft ons zwakker, armer en geïsoleerder gemaakt.”

De politieke gevolgen: verdeeldheid en realiteitszin

Brexit heeft ook de politieke structuur van het VK veranderd. Schotland kijkt opnieuw naar onafhankelijkheid, Noord-Ierland worstelt met grensproblematiek en het Lagerhuis blijft gepolariseerd.

Maar opvallend is dat de publieke opinie drastisch is gekanteld. Peilingen tonen:

✔ 60–65% van de Britten vindt Brexit een fout

✔ De steun voor herintreding in de EU stijgt

✔ Jongeren zijn massaal pro-EU

✔ Kleine en middelgrote ondernemers willen nieuwe handelsregels

Brexit-moeheid is inmiddels een nationale toestand geworden.

Kan het VK nog herstellen?

Ja, maar niet zonder een koerswijziging. De meeste experts noemen vier stappen die dringend nodig zijn:

  1. Nieuwe handelsovereenkomsten met de EU, inclusief minder frictie op goederen en diensten
  2. Een oplossing voor het arbeidstekort, mogelijk met een nieuw migratiemodel
  3. Investeren in innovatie, duurzaamheid en onderwijs
  4. Politieke erkenning dat Brexit economisch schadelijk was

Het probleem: veel politici durven dat niet hardop te zeggen. Sir John Major wel – en hij geeft het debat daarmee een nieuwe impuls.

Brexit: een politieke droom, een economische kater

De conclusie van deze onderzoekscolumn is helder:
Brexit heeft niet geleid tot meer controle of welvaart, maar tot verlies van handel, investeringen, stabiliteit en koopkracht.

Het VK staat economisch zwakker dan vóór 2016, terwijl Europa verder trekt zonder de Britten. De waarschuwing van Sir John Major is daarmee geen ouderwets gemopper, maar een harde constatering gebaseerd op feiten:

Brexit kost het Verenigd Koninkrijk jaarlijks 100 miljard pond – en vooral de Britten betalen de prijs.