AMSTERDAM, 27 november 2025 – Het Openbaar Ministerie (OM) legt aan twee vennootschappen van Morgan Stanley (MS) in Londen en Amsterdam een forse geldboete op van in totaal 101 miljoen euro wegens dividendbelastingontduiking. Het totaalbedrag van deze strafbeschikkingen komt in de buurt van het wettelijke maximum. Deze boete staat los van de verschuldigde belasting die Morgan Stanley eind 2024, met rente, alsnog aan de Belastingdienst heeft betaald.
Wie Nederlandse aandelen bezit en daar dividend (winst) over ontvangt, krijgt te maken met Nederlandse dividendbelasting. In de wet is, net als in veel andere landen, onderscheid gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse ontvangers van dividend. Binnenlandse ontvangers mogen de ingehouden dividendbelasting verrekenen of terugvragen bij de Belastingdienst, maar alleen als zij uiteindelijk daadwerkelijk gerechtigd zijn tot dat dividend.
Volgens het OM heeft Morgan Stanley via een speciaal ingerichte structuur ervoor gezorgd dat partijen die géén recht hadden op verrekening of teruggave, toch profiteerden van een deel van de verrekende dividendbelasting. Daarmee is volgens het OM sprake van dividendbelastingontduiking.
De kern van de constructie lag bij de Nederlandse vennootschap Morgan Stanley Derivative Products (Netherlands) BV (MSDPN), opgericht in 2006. Deze vennootschap kocht tussen 2007 en 2012 Nederlandse beursgenoteerde aandelen, die telkens slechts kortstondig rond de dividenddata in bezit werden gehouden. Tussen die dividendmomenten werden de aandelen weer uitgeleend aan andere partijen. Tijdens het kortdurende bezit werd in totaal 830 miljoen euro aan dividend uitgekeerd. De daarop ingehouden dividendbelasting van 124 miljoen euro werd door MSDPN in de periode 2009–2013 in vijf aangiften vennootschapsbelasting verrekend.
Het OM is van oordeel dat MSDPN hier wettelijk geen recht op had. Via nauwkeurig op elkaar afgestemde aandelen- en derivatenstructuren stroomde gemiddeld 90 procent van de ontvangen dividenden door naar Morgan Stanley & Co International Plc (MSIP) en achterliggende financiële instellingen. Die instellingen hadden volgens het OM zelf geen recht op compensatie van dividendbelasting. Door toch verrekening te claimen, heeft Morgan Stanley zich volgens het OM schuldig gemaakt aan het opzettelijk indienen van onjuiste belastingaangiften.
Eind 2010 kwam de Belastingdienst de verdachte transacties op het spoor en begon vragen te stellen. Dat leidde tot een jarenlange belastingcontrole en -procedure. Na aanvullend feitenonderzoek door de FIOD kreeg het OM voor het eerst volledig zicht op de gesloten, circulaire structuur achter de transacties.
Aanvankelijk kondigde het OM aan Morgan Stanley te dagvaarden. Vlak voor de start van het strafproces stemde de bank er echter mee in om geldboetes van in totaal 101 miljoen euro in de vorm van strafbeschikkingen te accepteren voor de twee betrokken vennootschappen. Daarmee staat de schuld van de bank ten aanzien van de verboden gedragingen volgens het OM vast.
Het OM vindt de strafbeschikkingen passend, omdat een strafrechter rechtspersonen bij schuld in dit soort zaken ook uitsluitend een geldboete kan opleggen. Met deze beslissing kan de zaak ten aanzien van de twee vennootschappen nu worden afgesloten, al blijft de kwestie een duidelijk signaal aan de financiële sector over de grenzen van fiscale constructies.