Russische president Poetin tijdens een persmoment, met op de achtergrond de vlaggen van Rusland, Oekraïne en de NAVO als symbool voor het geschonden recht op vrije bondgenootschapskeuze.

Wat was het ‘Akkoord van Parijs’ eigenlijk?

AMSTERDAM, 26 november 2025 – Als we het hebben over het door Rusland ondertekende Akkoord van Parijs in deze context, gaat het niet over het klimaatakkoord van 2015, maar over het Charter of Paris for a New Europe uit 1990 – in het Nederlands vaak het Handvest van Parijs voor een Nieuw Europa genoemd. Dit document werd na de Koude Oorlog ondertekend door de toenmalige Sovjet-Unie (waarvan Rusland de rechtsopvolger is), de VS, Europese landen en Canada

Soevereine recht

In dat Handvest én in de onderliggende documenten van de Conferentie/Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE/OVSE of OSCE) is één principe kristalhelder: elk land heeft het soevereine recht om zijn eigen veiligheidsarrangementen en bondgenootschappen te kiezen. Dat recht is al expliciet vastgelegd in de Helsinki-slotakte en latere OSCE-documenten: staten mogen zelf beslissen of zij wel of niet deel willen uitmaken van internationale organisaties of militaire allianties, inclusief verdragen van bondgenootschappen.

Met andere woorden: als Oekraïne zich wil aansluiten bij de NAVO, valt dat precies binnen deze afgesproken principes.

Het kernprincipe: landen kiezen zélf hun bondgenoten

Het OSCE-acquis (de verzameling afspraken en principes van de OSCE) legt vast dat:

  • elke staat het recht heeft om zijn eigen veiligheidsarrangementen te kiezen,
  • elke staat mag beslissen wel of niet partij te zijn bij verdragen van alliantie,
  • geen enkele andere staat een vetorecht heeft op deze keuze.

Nadat de Koude Oorlog eindigde, werd dit principe gezien als de ruggengraat van de nieuwe Europese veiligheidsorde. De NAVO verwees hier ook expliciet naar bij de uitbreiding richting Midden- en Oost-Europa: landen sloten zich niet “aan tegen Rusland”, maar op basis van hun eigen soevereine

In 2023 herhaalde de NAVO in de Vilnius-top nog eens nadrukkelijk dat “Oekraïnes toekomst in de NAVO ligt” en dat Oekraïne het recht heeft zijn eigen veiligheidsarrangementen te kiezen. Daarmee bevestigen de NAVO-landen precies diezelfde lijn uit het Handvest van Parijs.

Hoe Poetin die orde stap voor stap ondermijnde

1. Van partner aan tafel naar openlijke tegenstander

Na 1990 zat Rusland als erfgenaam van de Sovjet-Unie aan tafel bij de OSCE en andere fora. Officieel onderschreef Moskou dezelfde principes: respect voor soevereiniteit, territoriale integriteit, vreedzame geschillenbeslechting en het recht van elke staat om eigen bondgenootschappen te kiezen.

Vanaf de jaren 2000 veranderde de toon. De Russische leiding begon te spreken over “rode lijnen” voor NAVO-uitbreiding en claimde een de facto invloedssfeer in de voormalige Sovjetregio. De boodschap: sommige buurlanden zijn volgens Moskou té belangrijk om ze hun eigen weg te laten kiezen. Dat staat haaks op de geest én de letter van de afspraken uit Helsinki en Parijs.

2. 2014: annexatie van de Krim en oorlog in de Donbas

Met de annexatie van de Krim in 2014 en het aanwakkeren van oorlog in de Donbas zette Poetin de eerste grote streep door de Europese veiligheidsorde. De EU kwalificeerde de annexatie als illegaal en in strijd met het internationaal recht en OSCE-principes.

Feitelijk kwam het hierop neer:

  • Oekraïne wilde zich economisch en politiek verder richting EU en NAVO bewegen.
  • In plaats van dat als legitieme soevereine keuze te respecteren, reageerde Rusland met militaire macht en territoriale annexatie.

Daarmee werd het impliciete signaal afgegeven: je mag formeel wel kiezen, maar niet als Moskou het er niet mee eens is.

3. 2022: de grootschalige invasie als definitieve breuk

Op 24 februari 2022 begon Rusland een grootschalige invasie van Oekraïne. De Verenigde Naties, de G7 en tal van juridische experts hebben deze invasie gekwalificeerd als in strijd met het VN-Handvest en als een schending van de verplichtingen die Rusland eerder in Helsinki en Parijs had aanvaard.

In een verklaring van de G7 werd expliciet gesteld dat Russisch optreden een “ernstige schending” is van:

  • het VN-Handvest,
  • de Helsinki-slotakte,
  • de Charter of Paris for a New Europe.

Daarmee is de beschuldiging dat Poetin het Akkoord/Handvest van Parijs “eigenhandig heeft verscheurd” geen hyperbool meer, maar een scherpe samenvatting van hoe velen in het Westen en daarbuiten de situatie beoordelen: Rusland handelt in strijd met de veiligheidsarchitectuur die het zelf mee heeft opgesteld en ondertekend.

Oekraïne en het NAVO-lidmaatschap: juridisch hun goed recht

Vanuit deze afspraken is de juridische en politieke lijn helder:

  • Oekraïne is een soevereine staat.
  • Als soevereine staat heeft het volgens Helsinki, Parijs en latere OSCE-documenten het recht om zelf zijn bondgenootschappen te kiezen, inclusief een aanvraag tot NAVO-lidmaatschap.
  • De NAVO heeft meermalen bevestigd dat Oekraïne in de toekomst lid kan worden, mits bondgenoten daarmee instemmen en voorwaarden worden vervuld.

Het idee dat Rusland een veto zou hebben op deze keuze gaat regelrecht in tegen diezelfde principes. Toch is dat precies wat Poetin de facto probeert af te dwingen: Oekraïne mag alleen neutraal zijn of in de Russische invloedssfeer vallen – alles daarbuiten wordt als bedreiging gezien.


Van ‘Europa heel en vrij’ naar terugkeer van invloedssferen

Het Handvest van Parijs sprak in 1990 vol optimisme over een “Europa, heel en vrij” en over een einde aan de verdeling in invloedssferen.

Door:

  • het negeren van de soevereiniteit van Oekraïne,
  • de gewelddadige verandering van grenzen,
  • en de eis dat buurlanden hun veiligheidsbeleid afstemmen op Russische wensen,

heeft Poetin die visie radicaal ondergraven. In plaats van een Europa waarin landen zelf hun weg kiezen, probeert Moskou terug te keren naar een wereld waarin grootmachten bepalen wat kleinere landen mogen doen.

In die zin kun je zeggen dat Poetin het Handvest van Parijs niet letterlijk, maar politiek en moreel heeft verscheurd: de fundamentele afspraak dat elk land vrij is in zijn keuze voor bondgenootschappen is ingeruild voor het recht van de sterkste.