De Miljoenennota 2026 wordt gepresenteerd in een periode van aanzienlijke onzekerheid, economisch en (geo)politiek. In deze context benadrukt de Afdeling advisering van de Raad van State het belang van koersvastheid in het begrotingsbeleid en voorbereiding op strategische keuzes voor de langere termijn. Oplopende structurele spanningen in de overheidsfinanciën en op andere terreinen in combinatie met noodzakelijke versterking van de productiviteit van de economie vragen om een omslag van consumptieve en overdrachtsuitgaven naar publieke investeringen. Daarbij is het in de periode van een demissionair kabinet cruciaal om ruimte te behouden voor de keuzes van een door de nieuwe Tweede Kamer te formeren volgend kabinet.
Rapportage en advies
Dit is te lezen in het advies over de Miljoenennota 2026 en de septemberrapportage begrotingstoezicht 2025 van de Afdeling advisering van de Raad van State die vandaag op Prinsjesdag zijn gepubliceerd. In de septemberrapportage beoordeelt de Afdeling advisering vanuit haar rol als onafhankelijk begrotingstoezichthouder of de begroting voldoet aan de afgesproken Europese en nationale begrotingsregels. Als onafhankelijk wetgevingsadviseur van regering en parlement geeft de Afdeling advisering daarnaast jaarlijks haar oordeel over de rijksbegroting van het komende jaar. Ook dit jaar brengt de Afdeling advisering de septemberrapportage en het advies over de Miljoenennota in één document uit.
Onzekerheid vereist koersvast begrotingsbeleid
De Miljoenennota 2026 verschijnt tegen de achtergrond van toenemende economische en (geo)politieke onzekerheid. Sinds de Voorjaarsnota en de raming van de concept-Macro-Economische Verkenning 2026 van het Centraal Planbureau zijn de neerwaartse risico’s niet afgenomen. Er bestaan zorgen over de onafhankelijkheid van het Amerikaanse monetaire beleid en de stabiliteit van de eurozone. De Nederlandse economie wordt daarnaast beïnvloed door het grillige handelsbeleid van de Verenigde Staten en internationale geopolitieke spanningen.
Tegelijkertijd is het kabinet sinds juni demissionair en verandert de samenstelling van de Tweede Kamer tijdens het begrotingsproces. Deze uitzonderlijke combinatie maakt dat regering en parlement uiterst zorgvuldig moeten zijn bij de beoordeling en behandeling van de ontwerpbegrotingen. In lijn met het vernieuwde begrotingsproces ligt het zwaartepunt van de besluitvorming in het voorjaar. De Miljoenennota in september bevat daarom relatief weinig nieuw beleid.
De Afdeling advisering wijst er in haar advies op dat de kans groot is dat de begrotingen niet vóór 1 januari 2026 worden vastgesteld. In dat geval mogen alleen lopende verplichtingen worden uitgevoerd, tenzij uitstel onaanvaardbare risico’s meebrengt. Eventueel nieuw beleid moet dan budgettair neutraal zijn en passen binnen de geldende begrotingsregels. Dat waarborgt de ruimte voor beleidskeuzes van een door de nieuwe Tweede Kamer te formeren volgend kabinet en voorkomt dat het toekomstige regeerakkoord wordt beperkt door besluiten die al zijn vastgelegd.
Maak samenhangende beleidskeuzes – en met het oog op de lange termijn
De samenleving staat voor complexe opgaven, terwijl de groei van de welvaart onder druk staat in een vergrijzende samenleving. Dit leidt tot toenemende schaarste aan mensen en middelen. Doelmatige inzet daarvan wordt daardoor steeds belangrijker. De Afdeling advisering benadrukt het belang van een samenhangend analysekader waarin brede welvaart, weerbaarheid en productiviteit samen worden gebracht. Zo’n kader helpt beleidsmakers om maatschappelijke opgaven integraal in beeld te brengen, om prioriteiten te stellen en om beleid beter op elkaar af te stemmen.
De Afdeling advisering geeft in dat licht vijf overwegingen mee:
1. Breng maatschappelijke opgaven onder in een samenhangend kader waarin prioriteiten en grenzen expliciet worden gemaakt. Dit bevordert consistent beleid en voorkomt onrealistische beleidsstapeling.
2. Maak keuzes, ook over wat níet meer kan. Schaarste vraagt om ontmoediging van bepaalde activiteiten — niet alleen van de overheid, maar ook van bedrijven en huishoudens.
3. Stuur op productiviteitsgroei als structurele factor om spanningen op de arbeidsmarkt te verlichten en de budgettaire mogelijkheden voor de overheid te vergroten. Onderwijs, de productiviteit van de publieke sector en investeringen in klimaat en energie spelen hierin een centrale rol.
4. Verschuiving van consumptie naar investeringen is nodig binnen de overheidsuitgaven. Alleen dan blijven collectieve voorzieningen houdbaar en blijft de economie weerbaar.
5. Kijk voorbij de kabinetsperiode. Grote maatschappelijke opgaven zoals energietransitie, stelselhervormingen of defensie vergen beleidscontinuïteit over meerdere jaren.
De Afdeling advisering zal dit najaar een nadere handreiking publiceren over het opzetten van een zo’n analysekader.
Begrotingstoetsing
De Afdeling advisering toetst de begroting aan de Europese en nationale begrotingsregels. Zij concludeert dat Nederland in 2025 en 2026 voldoet aan de normen van de zogeheten correctieve arm van het Stabiliteits- en Groeipact, maar niet aan het uitgavenpad van de preventieve arm op de middellange termijn. Hoewel het kabinet stappen heeft gezet om de overheidsfinanciën te beheersen, zijn deze niet voldoende om de houdbaarheid structureel te borgen. Onderliggende drukfactoren blijven bestaan, zoals vergrijzing, klimaatverandering en geopolitieke onzekerheid.
Ook aan de nationale begrotingsregels wordt niet volledig voldaan. Weliswaar presenteert het demissionair kabinet een begroting die in 2030 sluitend is, maar de regels van het trendmatig begrotingsbeleid worden niet overal nageleefd. De oprekking van de regels heeft vooral betrekking op het verschuiven van bedragen tussen posten en tussen jaren. Hierdoor is niet altijd transparant wanneer de rekening van bepaalde maatregelen wordt betaald en door wie
Foto: John Beckmann/Orange Pictures
Ontdek meer van HBP Media
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.