HAARLEM – De rechtbank in Haarlem heeft de 47-jarige Wouter H. veroordeeld tot een taakstraf van 150 uur. In de periode van januari 2022 tot en met februari 2024 belaagde hij zijn voormalige yogadocente in Haarlem. Naast de taakstraf mag hij drie jaar lang geen contact zoeken met het slachtoffer en moet hij haar een vergoeding van 750 euro betalen voor immateriële schade.
De rechtszaak die in eerste instantie door de politierechter werd behandeld werd na door de politierechter doorgeschoven naar de Meervoudige Kamer vanwege de ernst van de zaak. H. zou in de periode tussen 1 maart 2020 en 20 februari 2024 zijn voormalige yogadocente hebben belaagd door o,a,. berichten via Facebook te sturen, in de blogs van het slachtoffer te reageren en handgeschreven brieven te sturen.
Het bleef echter niet bij deze pogingen om contact met haar te hebben. Wouter H. zocht ook op straat contact met haar. In januari 2023 stopte hij een brief in haar brievenbus die gericht was aan de sportclub en later dat jaar stond hij bij haar voordeur te slaan en te schreeuwen. In januari 2024 benaderde hij haar opnieuw op straat bij de sportclub en kwam hij bij haar aan de voordeur. Toen zij niet met hem wilde praten, ging hij dichtbij haar staan en begon te schreeuwen, ook nadat zij liet merken dat zij bang voor hem was. Een maand later benaderde hij haar opnieuw op straat, blokkeerde hij de doorgang voor haar, kwam heel dichtbij haar staan en zei dat hij het recht had om met haar te praten.
Tijdens de inhoudelijke zitting van 30 juli j.l. vond de officier van justitie dat wat H. ten laste werd gelegd overtuigend kon worden bewezen, enkel de in de periode van voor 23 juli 2021 kon volgens de officier niet worden meegenomen in de bewijsvoering omdat daar geen overtuigend bewijs voor was.
Volgens de raadsman van H. mr. Anthony Leigh, moest zijn cliënt worden vrijgesproken omdat het overgrote deel van de tenlastelegging niet kon worden bewezen, enkel van de 14 tenlasteleggingen zouden de 3 laatste ten laste gelegde handelingen kunnen worden bewezen. Het gaat om 18 januari 2024 toen hij de yogadocente op straat aansprak, om 24 januari 2024 toen hij haar bij haar woning opzocht en op 20 februari haar weer op straat aan te spreken.
In het requisitoir eiste de officier van justitie een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden met een proeftijd van 3 jaar en een contactverbod met de yogadocente en een locatieverbod voor het adres van de yogadocente. Daarnaast eiste de officier van justitie een taakstraf van 200 uur met aftrek van de tijd die de Wouter H. in voorarrest heeft doorgebracht.
De raadsman was het hier niet mee eens en vroeg de rechtbank de eis van het OM. flink te temperen omdat het om een veel kortere periode zou gaan dan dat het OM. zegt. Een voorwaardelijke celstraf was volgens mr. Anthony Leigh dan ook niet passend.
De rechtbank was in haar oordeel ook van mening dat de ten laste gelegde belagingshandelingen in 2020 en 2021 bewezen konden worden. Wel vond de rechtbank dat het was bewezen dat H. ruim twee jaar zijn voormalig yogadocent heeft belaagd. Zelfs nadat het voor hem duidelijk was dat zij geen contact meer met hem wilde. Ook heeft hij haar op intimiderende wijze op straat aangesproken en is hij meermalen naar haar woning gegaan om contact met haar te krijgen en in gesprek te komen. Hiermee heeft hij ernstige inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer, zo blijkt ook uit haar schriftelijke slachtofferverklaring.
Hij had slechts oog voor zichzelf en de kwestie die hij volgens hem had op te lossen met haar. Daarbij vond hij haar gevoelens van ondergeschikt belang. De rechtbank rekent hem dit aan. H. ziet nog steeds de ernst en de strafwaardigheid van zijn gedragingen niet in. Ook zegt hij dat hij niet zal stoppen met het zoeken van contact met haar totdat de kwestie is opgelost. De rechtbank vindt dit zeer zorgelijk.
Een forse taakstraf vindt de rechtbank passend. Voor de hoogte van de straf houdt de rechtbank er rekening mee dat de verdachte eerder voor een soortgelijk delict is veroordeeld en dat hij nog in de proeftijd van een eerdere veroordeling zat. Ook kijkt de rechtbank naar opgelegde straffen in vergelijkbare zaken. Daarmee komt de rechtbank uit op een taakstraf van 150 uur.
