64-jarige man verdacht van betrokkenheid bij PKK, verdacht van terrorisme in Duitsland

De Internationale Rechtshulpkamer staat de overlevering van een 64-jarige man aan Duitsland toe. Het Europees Aanhoudingsbevel voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er zijn geen weigergronden die overlevering in de weg staan. In Duitsland wordt hij verdacht van betrokkenheid bij de Koerdische Arbeiderspartij (PKK). Als vluchteling kreeg hij eerder in Nederland een asielvergunning vanwege zijn werkzaamheden als journalist en activist in Turkije. Het feit waarvan hij in Duitsland wordt verdacht valt onder terrorisme. 

De overlevering wordt onder meer toegestaan omdat uit het Europees Aanhoudingsbevel (EAB) duidelijk blijkt van welke feit de man wordt verdacht. De Duitse autoriteiten hebben dit aangemerkt als terroristische activiteiten. Door deze verdenking in het EAB op te nemen is er geen sprake van een duidelijke misslag volgens de rechtbank. In de omschrijving van het feit wordt meermaals gesproken over vermeende betrokkenheid van de man bij de PKK, een volgens de omschrijving terroristische organisatie die in Europa actief zou zijn onder de naam het Congres van Koerdische Democratische Samenlevingen in Europa (KCDK-E). 

De rechtbank benadrukt dat zij niet gaat over de daadwerkelijke beantwoording van de vraag of het vermeende gedrag van de man aan te merken is als terroristische gedragingen of de vraag of de PKK/KCDK-E aan te merken als terroristische organisaties. Voor de beantwoording van dergelijke vragen is in de overleveringsprocedure geen plaats. Het zijn alle vragen die uiteindelijk voorliggen bij de Duitse strafrechter tijdens een eventueel proces daar. 

Omdat het Europees Aanhoudingsbevel aan alle eisen voldoet en er geen weigergronden zijn die de overlevering tegenhouden, wijst de rechtbank de overlevering toe.

Geef een reactie