DEN BOSCH, 15 december 2025 – Het dodelijke ongeval met een Stint bij een spoorwegovergang in Oss op 20 september 2018 heeft diepe sporen nagelaten in Nederland en ver daarbuiten. Die vroege ochtend kwamen vier jonge kinderen om het leven toen de elektrische bolderkar waarin zij zaten in botsing kwam met een trein. De bestuurster van de Stint en een vijfde kind raakten zwaargewond en kampen tot op de dag van vandaag met ernstige fysieke en psychische gevolgen. Het Openbaar Ministerie (OM) acht nu twee directeuren van de producent van de Stint strafrechtelijk verantwoordelijk voor dit drama.
Celstraffen en hoge boetes geëist
Tijdens de strafzaak heeft het OM celstraffen geëist van vijf jaar en vier maanden tegen de twee directeuren die vanaf het begin betrokken waren bij de ontwikkeling, productie en verkoop van de Stint. Daarnaast eiste justitie forse geldboetes tegen hun bedrijven: in totaal 360.000 euro. Daarvan zou 225.000 euro voor rekening komen van Stintum Holding BV en 135.000 euro voor Stintum BV.
Volgens het OM hebben de verdachten willens en wetens een gevaarlijk en schadelijk product op de markt gebracht en gehouden. Zij zouden daarbij de veiligheid van gebruikers – en in het bijzonder die van jonge kinderen – structureel ondergeschikt hebben gemaakt aan andere belangen.
Onderzoek na het ongeval
Na het ongeval in Oss startte een grootschalig onderzoek naar de oorzaak van de botsing met de trein. Uit de onderzoeksresultaten bleek dat de bestuurster van de Stint niets te verwijten viel. De elektrische bolderkar kon niet tot stilstand worden gebracht toen deze de spoorwegovergang naderde.
Het OM stelt dat als bepaalde veiligheidsmaatregelen wel aanwezig waren geweest, het ongeval nooit had hoeven gebeuren. Daarmee kan, in de visie van justitie, de dood van de vier kinderen aan de verdachten worden toegerekend.
Geen incident, maar een patroon
Uit het onderzoek kwam naar voren dat het ongeval in Oss geen op zichzelf staand incident was. In de periode vóór 20 september 2018 vonden meerdere ongevallen plaats met Stints, waarbij inzittenden en bestuurders gewond raakten. Zo kwam een volle Stint stil te staan op een drukke kruising, stopte een andere vlak voor een spoorwegovergang en belandde er zelfs één in een sloot doordat de reminrichting niet goed functioneerde.
Dagelijks reden duizenden jonge kinderen mee in de Stint, voornamelijk bij kinderdagverblijven. “Het was niet de vraag óf het een keer verschrikkelijk mis zou gaan, maar wanneer,” stelden de officieren van justitie tijdens de zitting.
Technische mankementen genegeerd
Volgens het OM kampte de Stint met structurele technische problemen. Falende accu’s, niet-functionerende gashendels en gashendels die bleven ‘klemmen’ kwamen regelmatig voor. Gebruikers deden honderden meldingen bij de fabrikant, maar die zouden volgens justitie vaak zijn weggewuifd als ‘verkeerd gebruik’.
In plaats van het product veiliger te maken, werden oplossingen gekozen die de situatie soms zelfs gevaarlijker maakten. Een sprekend voorbeeld is de noodknop, bedoeld om de Stint in noodgevallen tot stilstand te brengen. Omdat deze knop ook werd gebruikt om te remmen en kinderen de knop aantrekkelijk vonden om in te drukken, werd niet gekozen voor een betere plaatsing of afscherming. De noodknop werd volledig verwijderd.
Daarnaast ontbraken een opstartbeveiliging en een remschakelaar. Uit technisch onderzoek bleek bovendien dat de Stint niet voldeed aan de Machinerichtlijn en de EMC-richtlijn, beide essentiële Europese veiligheidsnormen.
Accuprobleem en onvoldoende remkracht
Een veelvoorkomend probleem was het defect raken van de accu. Dit ontstond doordat de stroom die nodig was om de elektrische motor af te remmen te hoog was. Het gevolg was dat de Stint soms abrupt tot stilstand kwam en vervolgens niet meer vooruit of achteruit kon.
De oplossing die de verdachten kozen, maakte het volgens het OM alleen maar gevaarlijker. Door de motor minder hard te laten afremmen, werd de toch al zwakke mechanische rem doorslaggevend. Uit onderzoek bleek dat zelfs bij gelijktijdig remmen op de motor en mechanisch, de remkracht onvoldoende was. De Stints hadden simpelweg te weinig remvertraging.
Onuitwisbaar leed
Het OM schetste tijdens de zitting de enorme impact van het ongeval op de nabestaanden en betrokkenen. Vier jonge kinderen verloren hun leven en zullen nooit ouder worden dan de leeftijd die zij op die dag hadden. Hun ouders zullen hen niet zien opgroeien. De bestuurster en het overlevende kind zijn voor het leven getekend, zowel lichamelijk als geestelijk.
Volgens justitie hadden de kinderen geen enkele kans toen de Stint het spoor opreed.
Valsheid in geschrifte
Naast het op de markt brengen van een gevaarlijk product wordt de verdachten ook valsheid in geschrifte verweten. In handleidingen voor nieuwe gebruikers stond vermeld dat de Stint voldeed aan de essentiële veiligheidseisen van de Machinerichtlijn, terwijl dat niet het geval was. Een dag na het ongeval werd deze passage stilzwijgend uit de handleiding verwijderd, waarna een aangepaste versie naar het ministerie en de Inspectie Leefomgeving en Transport werd gestuurd.
“Geen andere straf dan gevangenisstraf”
Het OM rekent het de verdachten zwaar aan dat zij, ondanks de vele waarschuwingen en incidenten, bleven volhouden dat hun product veilig was. Ook na het ongeval zouden zij hebben geprobeerd de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.
Volgens de officieren van justitie doet geen enkele andere straf dan een gevangenisstraf recht aan de ernst van de feiten. De rechtbank doet op een later moment uitspraak in deze veelbesproken en emotioneel beladen zaak.