Energiehub van Shell en Linde in Pernis waar bedrijven lokaal stroom delen

ROTTERDAM, 3 december 2025 Shell en Linde hebben in de Rotterdamse haven een innovatieve stap gezet in de energietransitie. Op het terrein van Shell in Pernis is een zogenoemde energiehub (e-hub) geopend, waar beide bedrijven lokaal elektriciteit met elkaar delen. Deze samenwerking stelt Linde in staat om de bij Shell afgevangen CO₂ onder hoge druk te brengen en vervolgens te transporteren naar het CO₂-opslagproject Porthos. De e-hub is tot stand gekomen met ondersteuning van netbeheerder Stedin en geldt als een veelbelovend voorbeeld van wat er mogelijk is op een overbelast stroomnet.

Stroom delen als oplossing voor het volle net

Een e-hub is een samenwerking waarbij bedrijven binnen een gebied lokaal elektriciteit uitwisselen. In dit geval had Shell ongebruikte stroomcapaciteit beschikbaar, terwijl Linde extra elektriciteit nodig had om haar compressoren optimaal te laten draaien. Dankzij deze combinatie kan Linde doorgaan met de verwerking van afgevangen CO₂, zonder dat extra capaciteit op het toch al overvolle hoogspanningsnet van de Rotterdamse haven noodzakelijk is. Dat is essentieel, want sinds 2022 zit het net daar volledig vol en zijn nieuwe aansluitingen vrijwel niet mogelijk.

Deze constructie toont aan dat er in tijden van netcongestie toch nog ruimte is voor duurzame innovaties – mits bedrijven bereid zijn om samen te werken en elkaars capaciteit slim te benutten.

Flexibiliteit is cruciaal voor een stabiel stroomnet

Netbeheerders Stedin en TenneT benadrukken dat flexibiliteit van bedrijven een noodzakelijk onderdeel is van de energietransitie. Door op piekmomenten minder stroom te gebruiken, lokaal extra energie op te wekken of onderling capaciteit uit te wisselen, blijft het net stabiel en kunnen nieuwe initiatieven doorgang vinden.

De energiehub van Shell en Linde is daarvan een praktisch voorbeeld. Door stroom te delen:

  • ontstaat extra ruimte binnen het bestaande net,
  • blijft de betrouwbaarheid van het hoogspanningsnet gewaarborgd,
  • kunnen bedrijven ondanks congestie hun verduurzamingsplannen uitvoeren.

Volgens Stedin-CTO Timo Idema laat deze samenwerking zien wat er wel kan, ondanks het volle net: “Deze e-hub toont hoe grote industriepartijen samen slimme oplossingen kunnen vinden. Dit voorbeeld kan veel betekenen voor andere bedrijven in de haven, die eveneens zoeken naar manieren om tijdens congestie toch vooruit te komen.”

Onderdeel van een groter maatregelenpakket

De energiehub in Pernis staat niet op zichzelf. Stedin, TenneT, Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en diverse bedrijven werken samen aan een breder maatregelenpakket om:

  • overbelasting in de haven te voorkomen,
  • stroomuitval te vermijden,
  • en extra ruimte te creëren voor bedrijven op de wachtlijst.

Tegelijk bouwen de netbeheerders aan een grotere, toekomstbestendige elektriciteitsinfrastructuur. Maar uitbreiding van het net kost jaren. Tot die tijd zijn slimme oplossingen zoals energiehubs noodzakelijk om duurzame projecten te laten doorgaan.

Een samenwerking met alleen maar voordelen

Ook vanuit Shell wordt het initiatief enthousiast ontvangen. Jeroen van de Heijning, Technology Manager Shell Pernis, noemt de e-hub “een samenwerking met alleen maar voordelen”. Hij benadrukt dat de gebruikte elektriciteit anders onbenut zou blijven, terwijl de e-hub nu bijdraagt aan CO₂-reductie zonder extra druk op het net. “Stroom is het werkpaard van de energietransitie,” zegt hij. “Deze manier van samenwerken zou dan ook op veel meer plekken toegepast moeten worden.”

Door lokaal capaciteit te delen ontstaat niet alleen meer ruimte voor verduurzaming, maar wordt het energiesysteem als geheel robuuster. De energiehub biedt daarmee een waardevol voorbeeld voor andere bedrijven die vastlopen op de grenzen van het huidige elektriciteitsnet.

Vooruitblik: van pilot naar standaardoplossing?

Als de samenwerking succesvol blijft, kan de e-hub in Pernis uitgroeien tot een model voor vergelijkbare initiatieven in andere industriële clusters. De noodzaak is duidelijk: zolang uitbreidingen van het net jaren duren, zijn lokale samenwerkingen een belangrijk instrument om de energietransitie draaiende te houden.

Met de ondersteuning van Stedin en TenneT, en de bereidheid van bedrijven om actief te zoeken naar oplossingen, laat de energiehub van Shell en Linde zien dat er zelfs op een vol stroomnet nog vooruitgang mogelijk is.