Het Europese Cohesiefonds kan binnenkort ook worden ingezet voor andere doeleinden dan klimaat, milieu en infrastructuur. De gelden binnen het fonds kunnen ook worden aangewend voor de defensie-industrie, militaire infrastructuur, watervoorzieningen en het bestrijden van de wooncrisis. Het Europees Parlement heeft daarvoor groen licht gegeven.
Cohesiefonds
De huidige geopolitieke uitdagingen en de doelen die de EU daaromtrent heeft gesteld, vormen het uitgangspunt voor de verruiming van de doelen van het fonds. EU-landen voortaan ook kunnen putten uit het Cohesiefonds om hun defensieapparaat en militaire mobiliteit te versterken. Dit laatste gaat over het snel, veilig en efficiënt kun verplaatsen van troepen, voertuigen en materieel binnen Europa en daarbuiten.
Ook dekt het fonds binnenkort waterbestendigheid – toegang tot water voor iedereen – betaalbare en duurzame woningen, de-carbonisatie, energie-infrastructuur – bijvoorbeeld transmissie- en opslagcapaciteiten – en zogenoemde civiele paraatheid. Wat de financiering van de defensie-industrie en militaire mobiliteit betreft, zal prioriteit worden gegeven aan infrastructuur die zowel voor zowel voor burgers als militairen geschikt is.
Militair
Sociale fondsen kunnen worden gebruikt om vaardigheden op het gebied van civiele paraatheid, defensie, cyberveiligheid en de-carbonisatie te ondersteunen, aldus het Europees Parlement. De EU moet snel ‘up-to-date’ komen op militair gebied en daarom komt er een eenmalige voorfinanciering van twintig procent in 2026 om snelle troepenverplaatsing mogelijk te maken. Ook komen er en met cofinancieringspercentages die tien procent hoger liggen dan voorheen – met een maximum van honderd procent.
Extra steun
Voor landen en regio’s die grenzen aan Rusland, Wit-Rusland en Oekraïne loopt de extra steun op tot 9,5 procent. Zo kunnen zij extra voldoen aan de nieuwe veiligheidsuitdagingen die ze voor zich gesteld zien. Het Cohesiefonds is bedoeld voor lidstaten met een bruto nationaal inkomen per hoofd van de bevolking van minder dan negentig procent van het EU-gemiddelde. Deze landen hebben extra hulp nodig op het gebied van bijvoorbeeld klimaatbeleid, maar ook waar het om de nieuwe prioriteiten en doelen gaat.
Om ervoor te zorgen dat het cohesiebeleid gericht blijft op kleine en middelgrote bedrijven, en op regio’s die deze steun het meeste nodig hebben, kunnen investeringen van grote bedrijven alleen worden ondersteund in EU-gebieden met een lager dan gemiddeld bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking. De focus van de investeringen blijft dus liggen op het midden- en kleinbedrijf in de EU.
Europees belang
Tegelijkertijd kunnen ‘belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang’ gelden krijgen, zonder regionale inkomensbeperkingen. In de door het Parlement aangenomen verordening wordt ook duidelijk gesteld dat middelen die zijn bevroren op grond van de verordening inzake de rechtsstaat, niet kunnen worden herverdeeld naar nieuwe prioriteiten.
PvdA-Europarlementariër Marit Maij is rapporteur voor advies van de EP-commissie werkgelegenheid en sociale zaken. Zij pleit voor een apart Europees Sociaal Fonds, ‘met een eigen budget, in het volgende meerjarig financieel kader van de Europese Unie. Een volgend fonds moet meer zijn dan een wassen neus; het moet een fonds zijn waar mensen gebruik van kunnen maken, of dat nu is om vaardigheden voor een volgende baan te ontwikkelen, of om sociaal mee te komen in de Europese Unie en in de samenleving. Want met een asociaal Europa zijn wij verloren.’
Ontdek meer van HBP Media
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.