Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden spreekt gevangenisstraf en beroepsverbod uit.

Een zware straf voor misbruik van vertrouwen

ARNHEM, 2 december 2025 – Het Gerechtshof Arnhem‑Leeuwarden heeft op 28 november 2025 een 63‑jarige man uit de gemeente Oost Gelre veroordeeld voor ontucht. Als ambulant begeleider begeleidde hij op een zorgboerderij bewoners van appartementen. Gedurende vier maanden pleegde hij vrijwel dagelijks seksuele handelingen met een 18‑jarige vrouw die aan zijn zorg was toevertrouwd. De jonge vrouw woonde op de boerderij vanwege persoonlijke problemen en verwachtte professionele ondersteuning. In plaats daarvan gebruikte de man zijn positie om haar te misbruiken. Het hof acht het bewezen dat hij haar borsten en vagina betastte en haar met zijn vingers penetreerde. Later volgden penetraties met zijn penis; de seksuele handelingen waren frequent en duurden maanden.

De ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer

Volgens het hof rekende de dader geen rekening met de kwetsbaarheid van het meisje. Zij was slachtoffer van loverboypraktijken en zocht juist hulp bij hem. Als hulpverlener hoort hij professionele afstand te bewaren, maar ondanks waarschuwingen bleef hij grensoverschrijdend gedrag vertonen. De rechtbank Gelderland veroordeelde hem in februari 2024 al tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met speciale voorwaarden zoals een meldplicht en behandeling. In hoger beroep vroeg zijn raadsvrouw om een volledig voorwaardelijke celstraf en een taakstraf, wijzend op zijn kwetsbaarheid en voorbeelden uit andere zaken.

Het hof volgt dit verzoek niet. De strafzaak, zo stelt het hof, gaat niet alleen om speciale preventie, maar ook om generale preventie; er moet een duidelijk signaal uitgaan naar hulpverleners dat misbruik van een afhankelijke cliënt onacceptabel is. In de uitspraak van 28 november 2025 spreekt het hof uit dat de man geen empathie toonde tijdens de zitting en zich vooral als slachtoffer zag. Daarnaast werd vastgesteld dat hij een kwetsbaar meisje misbruikte en extra hulp afweerde. Hoewel rapporten aangeven dat hij werd overvraagd en sindsdien hulp heeft gezocht, weegt de ernst van de feiten zwaarder.

Gevangenisstraf en beroepsverbod

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank voor zover het de bijzondere voorwaarden en het beroepsverbod betreft. Vervolgens legt het een gevangenisstraf van 24 maanden op en bepaalt dat 12 maanden voorwaardelijk zijn, met een proeftijd van twee jaar. Het hof ziet geen noodzaak om bijzondere voorwaarden te verbinden aan de voorwaardelijke straf, omdat de man inmiddels behandeling heeft gezocht. De officier van justitie en het hof achten een beroepsverbod van vijf jaar passend. Dit verbod geldt voor alle functies waarin mensen aan zijn zorg zijn toevertrouwd en is niet beperkt tot vrouwen. Hierdoor kan hij gedurende vijf jaar niet werken als ambulant begeleider of in andere zorg- en hulpverleningsberoepen.

Het persbericht van het gerechtshof vat de beslissing kernachtig samen: het hof veroordeelt de 63‑jarige man tot een celstraf van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, omdat hij maandenlang met een 18‑jarige jonge vrouw die aan zijn zorg was toevertrouwd ontucht heeft gepleegd; daarnaast krijgt hij een beroepsverbod van vijf jaar. De man werkte als ambulant begeleider op zijn boerderij en begeleidde bewoners die daar woonden. Het hof rekent het hem zwaar aan dat hij misbruik maakte van de kwetsbare toestand van de jonge vrouw, zich onprofessioneel gedroeg en geen professionele afstand hield.

Reflectie op professionaliteit en vertrouwensbreuk

Deze zaak herinnert aan het belang van professionele grenzen in zorgrelaties. Ambulante begeleiding en hulpverlening worden gekenmerkt door vertrouwensrelaties; cliënten rekenen op veiligheid en integriteit. Door misbruik te maken van zijn positie heeft de dader niet alleen de lichamelijke en psychische integriteit van een jonge vrouw beschadigd, maar ook het vertrouwen in de zorgverlening geschaad. Het beroep op overvraging biedt geen excuus voor het doorbreken van deze grenzen. Het hof laat zien dat hulpverleners die misbruik maken, stevige strafrechtelijke sancties en beroepsbeperkingen kunnen verwachten.