AMSTERDAM, 6 december 2025 – Na de mogelijke mislukte kabinetsformatie eind 2025 ziet de kans op een nieuwe verkiezingsronde in 2026 — mogelijk al in februari — er reëel uit. In een context van politieke fragmentatie, groeiende onvrede over instabiele kabinetten en versnipperd electoraat is het interessant om te speculeren over hoe de Tweede Kamer eruit zou kunnen zien als kiezers opnieuw naar de stembus gaan. Onderstaande hypothetische zetelverdeling en analyse geeft een inschatting op basis van recente trends.
Waarom opnieuw kiezen?
Het huidige kabinet-onderhandelingsproces strandde volgens verslagen, mede doordat geen werkbaar meerderheidsblok gevonden kon worden. Experts waarschuwen dat voortdurende verdeeldheid en twijfels over coalitievorming ook volgend jaar tot politieke stagnatie kunnen leiden. Bij hernieuwde verkiezingen zou het electoraat geneigd kunnen zijn een duidelijker signaal af te geven.
Basis: 2025-resultaat als vertrekpunt
Bij de laatste verkiezingen in 2025 eindigden D66 en de PVV ex aequo op 26 zetels in de Tweede Kamer. Daarnaast behaalde partijen als VVD 22 zetels, GroenLinks–PvdA 20 zetels, CDA 18 zetels, en kleinere of nieuwe partijen als JA21, FvD, en anderen verdeeld de rest.
Deze versnipperde context toont dat veel zetels verschoven zijn, en dat nieuwe verkiezingen ruimte bieden voor veranderingen — zowel versterking van kleine spelers als consolidatie van grotere partijen.
Hypothetische zetelverdeling bij nieuwe verkiezingen
Stel dat nieuw onderzoek en publieke onvrede over politieke instabiliteit leiden tot een kiezersreactie, dan zou de Tweede Kamer er als volgt kunnen uitzien:
| Partij / Blok | Zetels (hypothetisch) |
|---|---|
| D66 | 28 – 30 |
| GroenLinks–PvdA | 22 – 25 |
| VVD | 20 – 22 |
| CDA | 18 – 20 |
| PVV | 22 – 24 |
| JA21 + FvD (samen rechtsblok) | 15 – 18 |
| Nieuwe of kleinere midden-/links partijen | 8 – 12 |
| Nieuwe of kleine rechtse partijen / splinterpartijen | 3 – 5 |
Waarom deze inschatting?
- D66 kan profiteren van onvrede over de instabiliteit en opnieuw stemmen trekken, zeker van kiezers die een sterk programma en bestuurlijke rust willen.
- GroenLinks–PvdA kan enige winst boeken als centrum-links alternatief, mede door kiezers die sociaal-economische en klimaatprioriteiten belangrijk vinden.
- VVD behoudt mogelijk een stabiele achterban, maar zonder coalitiezekerheid kunnen kiezers overlopen naar D66 of CDA.
- CDA blijft redelijk stabiel, mede dankzij het klassieke profiel en de wens van sommige kiezers voor bestuurlijke rust.
- PVV verliest mogelijk stemmen aan nieuwere rechtse partijen of gematigde conservatieve alternatieven, maar blijft een grote factor.
- Rechtse splinterpartijen als JA21 en FvD kunnen profiteren als PVV verzwakt — samen vormen zij een significant blok.
- Nieuwe of kleine partijen (midden, progressief, lokaal) kunnen profiteren van kiezersmoeheid en verschuiving naar diversiteit en fragmentering.
Wie wint, wie verliest, wie verdwijnt?
- Winst voor centrum-links en midden: D66 en GroenLinks–PvdA kunnen terrein winnen.
- Relatieve daling PVV: PVV verliest mogelijk haar dominante status, al blijft zij groot.
- Stabiele midden- en centrum-rechtse partijen: VVD en CDA verliezen niet veel, maar groeien waarschijnlijk ook niet spectaculair.
- Versterking van rechtse splintergroepen: JA21 en FvD kunnen samen flink groeien ten koste van PVV.
- Kans op Kamerverlies voor kleine partijen: Kleintjes kunnen wegvallen door hogere drempel van stemmen of stemmenversplintering.
- Opkomst nieuwe partijen: Nieuwe middenpartijen of lokale initiatieven kunnen Kamerzetels winnen, zeker bij electoraat dat verandering zoekt.
Wat betekent dit voor coalitievorming en stabiliteit?
Met een dergelijke verspreide zetelverdeling blijft coalitie nodig — maar ook nu is waarschijnlijk dat vier- of vijfpartijencoalities het meest realistisch zijn. Bijvoorbeeld een coalitie van D66, GroenLinks–PvdA, VVD en CDA, of een centrum-rechtse coalitie met VVD, CDA, rechtse splinterpartijen en eventueel middenpartijen. Maar stabiliteit is pas mogelijk als partijen bereid zijn compromissen te sluiten. Zoals in eerdere analyses wordt gewaarschuwd: politieke fragmentatie maakt stabiele kabinetten steeds moeilijker.
Conclusie: grote kans op verschuiving, maar geen duidelijke winnaar
Een nieuwe verkiezingsronde in 2026 zou hoogstwaarschijnlijk leiden tot lichte verschuivingen: centrum-links en gematigde middenpartijen winnen wat terrein, PVV zakt iets terug, rechtse partijen fragmenteren, en kleinere groepen en nieuwkomers maken kans. Maar de verdeeldheid blijft — en daardoor blijft de Tweede Kamer versnipperd.
In wezen: de politiek verandert langzaam, maar de behoefte aan coalitie en samenwerking blijft onverminderd hoog. Een nieuw kabinet zal wederom compromis en samenwerking moeten omarmen.