DEN HOORN, 19 november 2025 – De rechtbank Den Haag heeft besloten dat de omgevingsvergunning voor de tijdelijke opvanglocatie van maximaal 225 asielzoekers in Den Hoorn niet wordt geschorst. Omwonenden hadden een voorlopige voorziening gevraagd om de bouw en inrichting van de opvang tegen te houden, maar de voorzieningenrechter ziet daarvoor geen aanleiding. De vergunning, verleend door het college van burgemeester en wethouders van Midden-Delfland, blijft dus voorlopig geldig.
Het plan voor de opvanglocatie
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) wil in Den Hoorn aan de Kleijweg een tijdelijke opvanglocatie realiseren voor de duur van vijf jaar. In het plan is ruimte voor maximaal 225 asielzoekers, waarvan 25 alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV’s). Om gezinnen zoveel mogelijk samen te kunnen opvangen, wordt er een totaal van 275 bedden geplaatst – een overschot dat flexibiliteit moet bieden, maar niet leidt tot meer bewoners. Het maximumaantal asielzoekers blijft onverkort 225.
Naast de woonunits komen op het terrein aanvullende voorzieningen, zoals ruimtes voor gezondheidszorg, onderwijs, sport en recreatie. Volgens het COA moet de locatie in het eerste kwartaal van 2026 in gebruik worden genomen.
Bezwaren van omwonenden
Een groep omwonenden heeft beroep ingesteld tegen de komst van het AZC en vroeg de rechter om de vergunning tijdelijk te schorsen. Zij stellen dat de gemeente Midden-Delfland niet voorbereid is op een opvanglocatie van deze omvang en dat de impact op het woon- en leefklimaat onvoldoende is onderzocht.
De bezwaarmakers voerden onder meer aan dat:
- de opvanglocatie zorgt voor druk op de lokale voorzieningen, zoals scholen en zorg;
- de gemeente onvoldoende heeft onderbouwd dat het plan past binnen de ruimtelijke mogelijkheden;
- verkeersbewegingen en parkeerdruk zijn onderschat;
- alternatieve locaties beter geschikt zouden zijn.
Volgens de omwonenden heeft het college bovendien geen goede analyse gemaakt van de effecten op veiligheid en leefbaarheid in de omgeving.
Voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter geeft de bewoners in deze voorlopige fase geen gelijk. Volgens de rechter heeft het college de geldende regels bij het verlenen van de omgevingsvergunning voldoende nageleefd en mocht het deze locatie – aangevraagd door het COA – selecteren.
Geen betere alternatieve locaties aangetoond
De omwonenden hebben niet aannemelijk kunnen maken dat binnen de gemeente beter geschikte locaties beschikbaar zijn. De rechter stelt dat het college hierin beleidsruimte heeft en dat het COA een zorgvuldige locatiekeuze heeft onderbouwd.
Verkeer en parkeerdruk niet onderschat
Ook ziet de rechtbank geen reden om aan te nemen dat de verkeersbewegingen verkeerd zijn ingeschat of dat het aantal geplande parkeerplaatsen ontoereikend is. De gemeentelijke berekeningen worden voorlopig als voldoende gezien.
Lokale voorzieningen niet onevenredig belast
Volgens de rechter zijn er geen aanwijzingen dat onderwijs- of zorgvoorzieningen in Midden-Delfland onaanvaardbaar onder druk komen te staan. Het college heeft volgens de rechtbank begrijpelijk uitgelegd waarom de bestaande voorzieningen het extra aantal bewoners kunnen opvangen.
Behoefte aan het AZC voldoende onderbouwd
De voorzieningenrechter vindt daarnaast dat de behoefte aan een opvanglocatie van deze omvang goed is onderbouwd. De gemeente mocht hierbij afgaan op de gegevens van het COA, dat al langere tijd kampt met capaciteitsproblemen in heel Nederland.
In de vergunning is bovendien vastgelegd dat minstens 50 procent van de bewoners gezinnen moeten zijn, een harde voorwaarde die moet bijdragen aan stabiliteit op de locatie. Deze verplichting bindt het COA en geeft volgens de rechtbank voldoende waarborgen voor een evenwichtige bewonerssamenstelling.
Veiligheid en toezicht zijn afdoende geregeld
Ook het veiligheidsplan dat bij de vergunning is gevoegd, is volgens de rechter voldoende. De dagelijkse aanwezigheid van professionele begeleiding en beveiligers zorgt volgens de rechtbank voor een aanvaardbaar veiligheidsniveau, zowel voor bewoners als voor omwonenden.
Conclusie
De voorlopige voorziening is afgewezen, waardoor de omgevingsvergunning voorlopig in stand blijft. Het inhoudelijke beroep van de omwonenden loopt nog; daarover volgt op een later moment een definitief oordeel. Voor nu heeft het COA groen licht om verder te werken aan de voorbereiding van de opvanglocatie, die begin 2026 haar deuren moet openen.
Ontdek meer van HBP Media
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.