De strijd tegen seksueel geweld kreeg in 2024 een belangrijke wending in Nederland, door de inwerkingtreding van de Wet Seksuele Misdrijven per 1 juli 2024. Deze wet introduceerde nieuwe definities, vooral de nadruk op wederzijds “consent” in plaats van dwang, en breidde het strafbare kader uit met gedragingen als sexchatting en online seksuele intimidatie.
In deze column onderzoek ik hoeveel Nederlanders in 2024 in aanraking kwamen met justitie vanwege aanranding, hoeveel meldingen er waren, wat bekend is over veroordelingen, en wat de knelpunten en kansen zijn.
Gegevens & cijfers
Meldingen
- In 2024 registreerde de politie 14.802 incidenten van seksuele delicten in totaal.
- Hiervan betroffen 3.288 meldingen van aanranding en 3.391 van verkrachting.
- Daarnaast werden 742 meldingen ingeschaald als mogelijke schuld-/opzetaanranding (aanranding zonder dwang) en 331 meldingen als mogelijke schuld-/opzetverkrachting.
Afhandeling & Veroordelingen
- In 2024 zijn 2.441 zedenzaken met een verdachte afgerond en doorgegeven aan het Openbaar Ministerie (OM).
- Het precieze aantal veroordelingen voor aanranding (of schuld-/opzetaanranding) in 2024 is minder duidelijk in de publiek beschikbare bronnen. Tot op heden zijn (tenminste per de rapportages) de meeste zedenzaken nog in behandeling, met de kanttekening dat de nieuwe wetgeving pas halverwege het jaar in werking trad.
- Wel is dus bekend dat de politie meer meldingen ontving, en dat nieuwe strafbaarstellingen gelden waardoor sommige gedragingen waarvoor vroeger weinig aangifte werd gedaan nu wél gemeld of vervolgd kunnen worden.
Analyse: discrepanties tussen meldingen en veroordelingen
Er is een duidelijk contrast:
- Meldingen stijgen, mede door de gewijzigde wetgeving en maatschappelijke aandacht.
- Maar niet alle meldingen leiden tot aangifte, niet alle aangiftes leiden tot vervolging, en niet alle vervolgingen leiden tot veroordeling. De keten van politie → OM → rechter kent dus verliezen in effectiviteit.
Belangrijke factoren:
- Bewijsproblemen: ook onder de nieuwe wet blijft het lastig om bewijs voor opzet/schuld te leveren, zeker bij gedragingen zonder fysieke dwang. Bewijs van lichaamstaal, signalen, getuigen kan ontbreken.
- Overgangsjaar: wet trad halverwege 2024 in werking, registratie-systemen moesten worden aangepast, ook training van personeel en procedures. Daardoor vertragingen in afhandeling.
- Werkvoorraad en capaciteit: de politie en OM hadden te maken met meer meldingen én nieuwe categorieën (zoals sexchatting). Dat brengt extra belasting op recherche, forensisch bewijs, behandeltrajecten.
Veerkracht en juridische hervorming
De term veerkrachtig (resilient) kan in dit verband op twee manieren geïnterpreteerd:
- Systeemveerkracht: hoe het justitiële apparaat zich aanpast aan de nieuwe wetgeving en de grotere instroom van meldingen.
- Slachtofferveerkracht: in hoeverre slachtoffers zich gesteund voelen, aangifte durven te doen, en in hoeverre het proces herstel mogelijk maakt.
Wat opvalt:
- De invoering van de nieuwe wet laat zien dat het systeem wil leren: het verleggen van de norm van dwang naar wederzijds toestemming, uitbreiding van strafbaar gedrag. Dat is een grote verandering, die ook veerkracht vereist in institutionele zin — aanpassing van beleid, opleiding, mindset.
- Voor slachtoffers is er potentieel meer ruimte om gehoord te worden en erkenning te krijgen, vooral in situaties waarin vroeger aangifte niet haalbaar of succesvol was omdat dwang niet duidelijk was.
Beperkingen & lacunes in de data
Een aantal belangrijke hiaten in de huidige cijfers:
- Onvoldoende geïnformeerde veroordelingscijfers specifiek voor “aanranding” met de nieuwe schuld-/opzetnorm: hoe vaak leidt schuld-/opzetaanranding tot veroordeling onder het nieuwe regime?
- Tijdslimieten: veel zaken zijn (nog) niet afgerond; eerste veroordelingen onder de nieuwe wet zijn beperkt.
- Aangifte- versus registratieverschillen: verschil tussen ‘melding’, ‘aangifte’, ‘OM-zaak’, ‘vonnis’ is groot; niet alle meldingen worden aangifte of leiden tot veroordeling, wat het moeilijk maakt uitspraak te doen over het aantal personen daadwerkelijk veroordeeld.
- Minder gegevens voor minderjarigen: hoewel er aparte artikelen voor aanranding van minderjarigen bestaan (na 1 juli 2024), is het nog niet duidelijk hoeveel veroordelingen daarvan inmiddels zijn.
Conclusie & vooruitblik
In 2024 kwam een aanzienlijk aantal Nederlanders in aanraking met justitie of de meldingsketen vanwege aanranding — duizenden meldingen en honderden zaken bij OM. De nieuwe wet biedt belangrijke kansen voor slachtoffers en voor een rechtvaardiger systeem waarin ook gedragingen zonder dwang, maar met gebrek aan toestemming, strafbaar zijn.
Tegelijkertijd is het te vroeg om met zekerheid te spreken over de mate van veroordelingen: veel zaken lopen nog, bewijs en capaciteit blijven knelpunten. De veerkracht van het systeem zal afhangen van:
- Snelle en degelijke implementatie van de nieuwe wet, inclusief training en middelen voor politie, OM, rechters.
- Transparantie in de keten: heldere cijfers over hoeveel meldingen leiden tot aangifte, hoeveel aangiftes tot veroordeling, en hoelang dat proces duurt.
- Slachtoffersteun: juridisch, psychologisch, maatschappelijk, zodat slachtoffers zich veilig genoeg voelen om aangifte te doen.
Suggesties voor verder onderzoek
- Longitudinaal volgen van veroordelingstrends (aanranding, schuld-/opzetvariant) over meerdere jaren (2024-2026) om te zien hoe de nieuwe wet zijn effect ontwikkelt.
- Regionale verschillen: zijn er provincies of politie-eenheden waar veroordelingen relatief vaak volgen op meldingen?
- Onderzoek naar recidive voor veroordelingen onder de schuld-/opzetaanranding: wat is de terugval of herhaling?
- Ervaringen van slachtoffers, met name minderjarigen, en in hoeverre de nieuwe wet hun positie daadwerkelijk verbetert.
Samenvatting in kernpunten
- In 2024 meldde de politie 3.288 gevallen van aanranding; slechts een deel daarvan betreft nieuwe schuld-/opzetvarianten.
- 2.441 zedenzaken met verdachte zijn afgerond en naar OM gestuurd; veroordelingscijfers specifiek voor aanranding onder nieuwe normen nog grotendeels onbekend.
- Nieuwe wetgeving verlaagt drempel voor slachtoffers, biedt meer strafrechtelijke mogelijkheden, maar stelt ook bewijs- en capaciteitsuitdagingen.
- Veerkracht van rechtsysteem en slachtoffers cruciaal: zonder voldoende middelen, transparantie en slachtoffersteun blijft het moeilijk om meldingen om te zetten in rechtvaardige veroordelingen.
Ontdek meer van HBP Media
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.