AMSTERDAM, 18 december 2025 – De kantonrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 16 december 2025 een harde uitspraak gedaan in een arbeidszaak tegen sportschoolketen Saints & Stars. Vijf Filipijnse schoonmakers kregen gelijk in hun klacht dat hun arbeidsovereenkomsten onrechtmatig zijn beëindigd en dat zij onder een giftig werkklimaat hebben gewerkt. De rechter oordeelt dat de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld en kent iedere werknemer een billijke vergoeding van 15.000 euro bruto toe, naast diverse andere vergoedingen.
Werken zonder vergunning, belofte niet nagekomen
De zaak draait om vijf schoonmakers met de Filipijnse nationaliteit die in het voorjaar van 2025 enkele weken werkzaam waren in verschillende Amsterdamse vestigingen van Saints & Stars. Zij beschikten niet over een geldige tewerkstellingsvergunning. Volgens de rechter ligt de verantwoordelijkheid daarvoor volledig bij de werkgever. Vaststaat dat Saints & Stars de werknemers heeft laten werken zonder vergunning en tegelijkertijd de toezegging heeft gedaan dat deze vergunningen geregeld zouden worden. Die belofte is nooit nagekomen.
De rechtbank acht aannemelijk dat de werknemers hierdoor in een kwetsbare en afhankelijke positie terechtkwamen. Zij waren voor werk én onderdak afhankelijk van hun werkgever en hadden nauwelijks mogelijkheden om zich aan de situatie te onttrekken.
Giftig werkklimaat door leidinggevende
Een belangrijk onderdeel van het oordeel betreft het werkklimaat. De rechter stelt vast dat er sprake was van een giftige werksfeer, veroorzaakt door de manager schoonmaak. Uit WhatsApp-berichten blijkt dat werknemers onder druk werden gezet, met dreigementen van looninhouding, ontslag en zelfs onbetaald werken bij klachten over schoonmaakniveau.
De kantonrechter is duidelijk: deze manier van leidinggeven overschrijdt ruimschoots de grenzen van zorgvuldig werkgeverschap. Saints & Stars heeft onvoldoende toezicht gehouden op de werkvloer en is verantwoordelijk voor het ontstaan en voortbestaan van deze situatie.
Onmiddellijk ontslag zonder rechtsgeldige procedure
Volgens de rechtbank zijn de arbeidsovereenkomsten van alle vijf schoonmakers met onmiddellijke ingang beëindigd, zonder instemming van de werknemers, zonder toestemming van het UWV en zonder dringende reden. Daarmee zijn de ontslagen juridisch ongeldig.
De stelling van Saints & Stars dat werknemers zelf zouden hebben opgezegd, wordt door de rechter verworpen. WhatsApp-berichten waarin expliciet wordt gesproken over “dismissal” en het verzoek om het terrein te verlaten, wijzen juist op ontslag door de werkgever.
Forse financiële consequenties
Naast de billijke vergoeding van 15.000 euro per persoon, veroordeelt de rechtbank Saints & Stars tot betaling van:
- transitievergoedingen;
- gefixeerde schadevergoedingen wegens onregelmatige opzegging;
- achterstallige vakantietoeslag (8%), vermeerderd met een wettelijke verhoging van 25%;
- het verstrekken van correcte eindafrekeningen met openstaande vakantiedagen.
In totaal loopt het bedrag per werknemer op tot tienduizenden euro’s. De beschikking is bovendien uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Saints & Stars direct moet betalen, ook als hoger beroep wordt ingesteld.
Niet alle beschuldigingen bewezen
Hoewel de rechter zeer kritisch is, worden niet alle beschuldigingen van de werknemers gevolgd. Zo is onvoldoende bewezen dat er sprake was van moderne slavernij, structurele onderbetaling of gedwongen extreem lange werkdagen. Ook het langdurig innemen van paspoorten acht de rechtbank niet aannemelijk.
Desondanks blijft het oordeel hard: het geheel aan omstandigheden – illegale tewerkstelling, valse toezeggingen, een giftig werkklimaat en onrechtmatig ontslag – maakt het handelen van Saints & Stars ernstig verwijtbaar.
Breder signaal aan werkgevers
Deze uitspraak onderstreept volgens arbeidsrechtkenners dat werkgevers een zware verantwoordelijkheid dragen, zeker wanneer zij werken met buitenlandse werknemers zonder stevige rechtspositie. De rechtbank benadrukt dat een billijke vergoeding niet alleen compensatie is voor de werknemer, maar ook een signaal aan werkgevers om hun gedrag structureel te verbeteren.
De uitkomsten van lopende onderzoeken door de Arbeidsinspectie en het Openbaar Ministerie stonden los van deze civiele procedure en speelden geen rol in het oordeel van de kantonrechter